Van klimaatverandering tot woningtekorten, van de stikstofcrisis tot de coronapandemie. Al deze vraagstukken zijn onlosmakelijk verbonden met onze economie. De komende jaren zullen ondernemers steeds nadrukkelijker te maken krijgen met deze vraagstukken. Daarbovenop komen de transities die mede door de coronapandemie zijn versneld. Denk hierbij aan de digitalisering van de economie, de noodzaak van de energietransitie en toenemende belang van cybersecurity voor het bedrijfsleven.
Er zijn tal van goede voorbeelden van ondernemers die deze vraagstukken en transities aangrijpen om bijvoorbeeld hun bedrijfsvoering toekomstbesteding te maken. Deze ondernemers worden ‘koplopers’ genoemd. Maar ik vraag me steeds vaker af: hoe gaat het met het ‘peloton’ van ondernemers. Waarvan een deel hard is geraakt door de beperkende coronamaatregelen van de overheid. Zij hebben hun eigen spaargeld in hun zaak moeten steken omdat de steunmaatregelen van de overheid onvoldoende dekkend waren. Hoe kunnen zij meekomen in de transities die net zo hard ook op hen afkomen?
Ik ben van mening dat het begint bij ruimte bieden om te ondernemen. Dat gaat niet alleen over fysieke ruimte maar ook ruimte in regels en procedures. Dat vraagt op lokaal niveau van gemeenten om goed te luisteren en de juiste vragen te stellen. Waar zitten volgens de ondernemers de bottlenecks, worden vragen van ondernemers tijdig beantwoord en is er een vast aanspreekpunt? Door ondernemers hierbij te betrekken wordt het mogelijk dat die ondernemers die het moeilijk hebben gehad weer een vliegende start kunnen maken.
Alexander Wanders