Een bericht op onze social media kanalen heeft nogal stof doen opwaaien. We hebben, naïef als we zijn, een verkeerde foto geplaatst. Onder de titel ‘Waar gaat de ChristenUnie in Gouda zich voor inzetten?’ hebben we onze visie op prostitutie gedeeld. Dat dit resulteerde in een lobby om sekswerk als normaal te beschouwen, hadden we wel verwacht. Dat was echter niet waar de ophef over ging, die ging over de bijgeplaatste afbeelding. De foto was een zogenoemde buttplug, een soort seksspeeltje. Althans dat is wat google ons vertelde, vergezeld van onsmakelijke foto’s.

Natuurlijk onhandig en ook nogal naïef. Dat wordt ons dan ook op de socials enthousiast nagedragen, naast nogal wat onbehoorlijke kwalificaties. Na ons werk, tenslotte zijn we allemaal maar vrijwilligers met idealen, hebben we de foto dan ook aangepast.

Toch riep de hele commotie wel een vraag bij mij op. Wie is er nou eigenlijk naïef? Wie heeft bedacht dat een gemiddelde Gouwenaar moet weten wat een buttplug is? Wie zegt dat je ouderwets bent als je niet thuis bent (wilt zijn) in de wereld van wisselende sekscontacten en speeltjes? Sinds wanneer is een duurzame relatie tussen twee partners achterhaald?

Als ik de reacties lees en de fanatieke ideologie daarachter op me in laat werken, ben ik verbaasd over zoveel naïviteit. De vrijgevochten, weldenkende mens heeft bedacht dat prostitutie gewoon is, dat het een normaal beroep is. Moeten we allemaal geloven dat er niks mis is, zelfs als de cijfers een heel ander verhaal vertellen? Is dat niet wat naïef? Is het niet naïef om te denken dat er geen kwetsbare mensen in onveilige situaties zitten? Zou het niet juist in het belang van moeders, dochters en zussen zijn om eens te luisteren naar hun verhalen. Zou het niet juist in het belang van vrouwen zijn dat er een uitstapprogramma is voor wie dat wil. Is het niet wat naïef om te denken dat die buitenlandse meisjes en vrouwen dit als ideaal hadden, toen ze naar Nederland kwamen of gehaald werden?

Inderdaad, ik ben naïef als het gaat om een buttplug, maar ik zou me pas echt zorgen maken als ik naïef was over het welzijn van vrouwen en meisjes.

Een dag na de laatste raadsvergadering stond ik op met het nieuws dat Poetin Oekraïne heeft aangevallen. Dat beheerste het nieuws en de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen was op slag niet zo interessant meer. Ik zou een blog schrijven over waar ik me namens de ChristenUnie Gouda voor heb ingezet. Dat voelde op dat moment zo ontzettend zinloos. Toch schrijf ik deze blog. Eerst zal ik uitleggen waarom.  

 

Nederlanders geven massaal geld en goederen voor de vluchtelingen uit de Oekraïne. Gelukkig zijn er veel mensen die meeleven. Het raakt mij dat iemand zoveel macht heeft terwijl de meeste mensen over de hele wereld, ook in eigen land, alleen maar vrede willen. Het maakt het voor mij duidelijk hoe belangrijk het is dat we in een democratie leven, waarin de macht gecontroleerd wordt. En laat dat nou net één van de taken zijn die de gemeenteraad uitvoert: het controleren van het college van burgemeester en wethouders. Ik vind dat we dat in Gouda goed en kritisch doen. Juist vanwege die controlerende functie is het belangrijk dat we, als inwoners, onze stem laten horen in Gouda. 

 

In de afgelopen tijd als raadslid mocht ik mij inzetten voor onderwerpen in het sociaal domein. Zo kwamen bijvoorbeeld de re-integratienota voorbij, de nota sportaccommodaties en de lokale inclusie agenda. Bij al deze onderwerpen heb ik mij ervoor ingezet dat alle inwoners van Gouda kunnen meedoen. Van jong tot oud, met of zonder beperking, in alle buurten van Gouda.  

 

Met de motie ‘buiten sportvoorzieningen’ hebben wij de gemeente opgeroepen om de regie te nemen, in gesprek met inwoners, over het plaatsen van buiten sportvoorzieningen in de buurt. Zodat buurtbewoners samen kunnen sporten en elkaar kunnen ontmoeten. Deze motie is unaniem aangenomen.  

 

Daarnaast heb ik mij het afgelopen jaar samen met de SP ingezet voor ruimere openingstijden van het zwembad en gelijke abonnementstarieven. Met name voor kinderen is het recreatief zwemmen in het binnen- en buitenzwembad erg beperkt. We hebben hierover vragen en vervolgvragen gesteld. De wethouder heeft toegezegd met een memo te komen over het gesprek wat hij met Sport.gouda hierover heeft gevoerd. De CU-fractie zal ook in de komende periode met dit dossier aan de slag gaan, zodat ons Goudse zwembad voor alle kinderen in de winter en zomer toegankelijk is. 

 

Als laatste wil ik het amendement bij de lokale inclusie agenda noemen. De wethouder, Corine Dijkstra, heeft een uitgebreide agenda opgesteld met acties zodat iedereen in de samenleving op een gelijkwaardige manier kan meedoen. Van het rolstoeltoegankelijk maken van publieke ruimte tot het opzetten van een buitenschoolse opvang plus. Wij hebben een toevoeging (amendement) voorgesteld om speeltuinen toegankelijk te maken voor kinderen met een beperking. Dit kan al simpel door bijvoorbeeld het plaatsen van een hek. Ook dit amendement is unaniem aangenomen. Ik vind het ontzettend mooi dat alle kinderen hiermee de kans krijgen om samen te spelen! 

 

Met heel veel plezier heb ik mij ingezet voor onze stad Gouda. Ik vond het erg mooi om bij zoveel verschillende onderwerpen betrokken te zijn en inspirerende inwoners te ontmoeten. Heel graag had ik mij nog een periode ingezet voor deze stad. Maar ik heb besloten om dat niet te doen en sta op een niet-verkiesbare plaats. Vanwege de controlerende taak die wij als gemeenteraad hebben vind ik het belangrijk om voldoende tijd te hebben voor het raadslidmaatschap. Ik kan op dit moment niet garanderen dat ik die tijd heb de komende vier jaar. Het was een lastige beslissing. En tegelijkertijd zie ik een heel mooi ChristenUnie team met veel talent en passie voor de stad Gouda. Dat maakt het loslaten een stuk makkelijker.  

Als laatste zal natuurlijk duidelijk zijn welke partij mijn stem zal krijgen. Maar bovenal wil ik u en jou in deze tijd oproepen: laat je stem horen voor een sterke gemeenteraad! 

Van onschatbare meerwaarde

Vandaag regende het de hele dag. Twee dagen geleden stormde het. Een klein fietstochtje door de wijk is genoeg om de grote schade te zien. Bomen zijn met wortel en al omgekieperd. Zo’n regendag als vandaag voelt als een lock-downdag. Op lock-downdagen is het buiten stil en binnen druk.

Als afleidende activiteit begon ik vroeger dan normaal met aardappelschillen. Ik schilde en mijn jongste van drie sneed aardappels doormidden. Mijn oudste van zeven kwam erbij staan en wilde ook helpen. Hij stak zijn hand uit en ik gaf hem voor het eerst een dunschiller en deed voor hoe je langzaam een aardappel schilt. Oei hoeveel pleisters zouden er nodig zijn, dacht ik even? Geen één natuurlijk; zo’n jongen kan meer dan je denkt, ontdekte ik opnieuw. De eerste aardappel werd heel langzaam en voorzichtig geschild en de vijfde behendiger en sneller.

Toen ik, samen met Ineke van Beijnum, verkennende gesprekken mocht voeren voor het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie waren de gesprekken over vrijwilligerswerk in de stad enthousiastmakend. Ik hoorde verhalen over het organiseren van activiteiten voor de buurt, het in de gaten houden van elkaar/ elkaar helpen en verhalen over mensen die zich al meer dan 20 jaar voor dezelfde organisatie inzetten…

Als het gaat om vrijwilligerswerk helpt het als het vrijwilligersorganisaties beleidsmatig gemakkelijk gemaakt wordt. Geen bureaucratie. meedenken, mogelijkheden koesteren en het beschikbaar stellen van budget. En dat, in de bewoording van het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie; omdat vrijwilligerswerk van onschatbare meerwaarde is.

Het op waarde schatten van vrijwilligers en het stimuleren burgerinitiatieven is belangrijk voor ChristenUnie. Iedereen die zijn hand uitsteekt om te helpen verdient het vertrouwen om ook te kunnen helpen. Maar de praktijk is weerbarstig, was het maar waar dat er overal aardappelschillers staan te popelen om te helpen. Nee in tegendeel, het vrijwilligerswerk staat onder druk en er komt veel op hen af. De gemeente kan komende jaren echt wat betekenen bij het aantrekkelijk maken van vrijwilligerswerk en het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties. Hier heeft de ChristenUnie oog voor.

Anna de Wit-in ’t Veld #30

Uitgesteld oordeel

Daar lag hij. Een man van begin veertig, op kamer 12. Ik liep de kamer in en begon een praatje – vroeg hoe het met hem ging. Hij baalde. Covid had ervoor gezorgd dat zijn donornier, die hij enkele jaren geleden kreeg, er mee opgehouden was. En nu was hij weer terug bij af; moest weer dialyseren en een zware en onzekere toekomst lag weer voor hem. Helaas is hij niet de enige; in mijn werk als medisch maatschappelijk werker voor mensen met nierfalen kom ik meer mensen tegen zoals hij. Mensen met slechte nieren behoren tot de kwetsbare groepen waarover veel gesproken wordt in de coronapandemie.

’s Avonds trilt mijn telefoon; het is een bericht van de school van onze zoon. Morgen moet hij opnieuw thuisblijven, omdat teveel leerkrachten ziek zijn of in quarantaine zitten. Vriendelijk wordt gevraagd om begrip. Nu baal ik ook. Want eerlijk gezegd is de rek er wel zo’n beetje uit. Met drie jonge kinderen hebben we te maken met een kinderdagverblijf, BSO en basisschool. En dat betekende quarantaines in wisselende samenstellingen en op onverwachte momenten. Soms wisten we niet meer hoe we het nog moesten verantwoorden naar onze werkgevers. En ik weet, wij zijn niet de enige die baalden van de maatregelen; ouders, alleenstaanden, jongeren, ondernemers, muzikanten…

Ondertussen kondigt het kabinet de ene na de andere maatregel of juist versoepeling aan en stromen Twitter, Facebook en het Museumplein vol met boze mensen, die vinden dat het allemaal te snel, te langzaam, te veel of te weinig gaat. En in toenemende mate begon ik mij af te vragen hoe nierpatiënt en ouder, politicus en ondernemer en u en ik nog bij elkaar gehouden kunnen worden binnen één en dezelfde samenleving.

Ik vind het bar ingewikkeld, al die meningen en dat geschreeuw door elkaar. En laat ik eerlijk zijn; ook ik heb mij laten verleiden tot het geven van een (achteraf gezien te) stevige reactie. Inmiddels heb ik ingezien dat al die grote woorden zéker niet leiden tot het bij elkaar houden van de samenleving. Integendeel zelfs. Maar wat dan wel?

Volgens mij is daar van alles over te zeggen, maar voor nu wil ik het bij één inzicht houden. Het is mij opgevallen hoe sterk de reflex kan zijn, om over onderwerpen die persoonlijk raken direct een uitgesproken mening te (willen) vormen. Maar om eerlijk te zijn: op wat gebaseerd? Vanuit welke ervaring? Vanuit welke bubbel? En nog veel spannender: wie ben ik en welke capaciteiten heb ik, om de aangevoerde informatie en wetenschappelijke inzichten, écht op waarde te kunnen schatten en de juiste conclusies te trekken?

Als er iets is wat de coronacrisis mij heeft geleerd, dan is het de waarde van het uitgesteld oordelen. Het aandurven om eens even ergens géén mening over te hebben. Of in ieder geval niet meteen. Maar die mening en beslissingen voor te behouden aan mensen die het beter kunnen weten – of in ieder geval zouden moeten weten – dan ik. Dat vraagt om durven vertrouwen en het loslaten.

Toegegeven, het klinkt nogal slap. Want wat kan het fijn zijn om je mening groots en vrijuit te verkondigen, te stáán voor je rechten en het maatschappelijke debat aan te gaan. Maar mij zul je nooit horen bepleiten dat het goed is om nooit een mening te hebben. En al helemaal niet om die mening niet uit te dragen. Maar wat een samenleving volgens mij helpt, is om een passende plaats in te nemen en die te kennen. En sommige beoordelingen en beslissingen over laat aan hen die het geheel beter overzien of ervoor geleerd hebben. Ik ben maatschappelijk werker. Geen viroloog. Geen politicus. En geen dansleraar. Dus wie ben ik, om een ander te doceren over coronavirussen, de noodzaak van bepaalde maatregelen of salsadansen? Over hemodialyse en peritoneale dialyse kan ik u echter wel van alles vertellen…

De lokale verkiezingen staan voor de deur. En politici zijn net mensen. Dus grote woorden, makkelijke meningen en snelle oplossingen zullen ons ook in deze campagne vast weer tegemoet komen. Maar wat nu, als een kandidaat in een verhit verkiezingsdebat zou zeggen: ‘ik weet het nog niet’, ‘ik zal er eens over nadenken’ of ‘ik ga het navragen’? Tot voor kort zou het op mij misschien weinig indruk hebben gemaakt. Maar sinds corona is alles anders. En kan het maar zo gebeuren dat ik deze kandidaat mijn geloof en vertrouwen krijgt…

 

Martijn Riet

De energieke Ineke Schaddelee gaat zich inzetten voor sport en cultuur. En wat gaat ze doen met de trouwringen van haar grootouders?

Is het jou ook opgevallen? Gezondheid is meer dan ooit een thema. Logisch. Vraag aan een willekeurig iemand in je omgeving of die persoon gezond oud wil worden en grote kans dat die persoon ja zegt. De kwetsbaarheid van onze gezondheid is in Coronatijd pijnlijk duidelijk geworden. Er is niets belangrijker dan een goede gezondheid.

Gelukkig is er veel dat je zelf kunt doen. Er schuilt een grote veerkracht in onszelf, ook als omstandigheden lastig zijn. Dat hebben we afgelopen tijd met elkaar gezien en geleerd. Tegelijkertijd weet iedereen met een beetje levenservaring dat gezond leven in onze huidige leefomgeving uitdagender is dan ooit. Een gezonde leefomgeving is dan ook het uitgangspunt, gecombineerd met het activeren van mensen in wat wél kan. Een gezonde leefomgeving helpt voorkomen en dat is beter dan genezen. Daarom heeft Gouda in 2021 samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties een Gouds Preventieakkoord opgesteld wat aansluit op het Nationaal Preventie akkoord. Meer dan 60 Goudse organisaties steunen dit en willen meewerken om Gouda gezonder te maken. Mooie voorbeelden zijn kooklessen in puur en gezond koken voor leerlingen en een aanbod in bewegen voor kwetsbare inwoners van Gouda.

ChristenUnie gaat nog een stap verder. Goede gezondheid is goed, positieve gezondheid is beter. Dit omvat veel meer dan vrij zijn van ziektes als corona. Positieve gezondheid stelt een betekenisvol leven van de mens centraal. Het leven verdient dit. Je ziet het daarom als een gouden draad geweven door het verkiezingsprogramma van ChristenUnie. Het gaat om een veilige gezonde woonplek, een groene leefomgeving waarin je kunt ontspannen, mee kunnen doen in de samenleving ook als het leven lastig is, toegankelijkheid van sport voor iedereen, jezelf ontwikkelen door passend onderwijs, het voorkomen van langdurige stress door hulp bij schulden, het werken aan werk voor die willen. Dit alles bepaalt hoe wij ons dagelijks leven ervaren.

Mijn persoonlijke inzet vertaalt zich in de uitvoering van een leefstijlprogramma wat toegankelijk is voor iedere Goudse inwoner met overgewicht. Als er iets opvalt gedurende de twee jaar dat ik het programma uitvoer, is het wel de winst van het ontdekken wat wél kan. Gezond leven is voor ons idee een kwestie van wilskracht, een alles of niets. Maar ja, wie lukt dat? Mij in ieder geval niet. In het programma richten we ons juist op oefenkracht. Dat staat voor het uitproberen van gezonde keuzes die passen bij je persoonlijke leven met al haar uitdagingen. ‘Beter iets dan niets’ geeft ruimte om te oefenen wat werkt. Er schuilt winst in kleine stapjes. Deelnemers ervaren dat ook in moeilijke en chaotische omstandigheden er de vrije keuze is om je gezondheid te eren. Over positief gesproken!

Bertina van Dolder (51) zet zich als leefstijlcoach dagelijks in voor een gezonder Gouda. Bertina is nieuw op de kieslijst en staat op nummer 26.

In dit tweede deel van de serie over de betrouwbare overheid de vraag of regels nu helpen of juist tegenwerken om betrouwbaar over te komen.

Ik vraag me al even af of alles is op te lossen is met het vastleggen in regels. Er wordt een probleem gesignaleerd en als oplossing worden de regels aangepast. Probleem opgelost. Totdat duidelijk wordt dat de nieuwe regels weer nieuwe problemen veroorzaken. En het is niet alleen de politiek die daar zo over denkt. Ik kom het ook tegen in mijn eigen vakgebied. Accountants moeten zich aan regels houden en hoe meer hoe beter.

Maar dit keer geen voorbeeld uit mijn werkervaring maar iets wat ik kortgeleden privé tegenkwam.

We wilden met onze kinderen en kleinkinderen een verjaardag vieren met een lunch op een plek die ook geschikt is voor kleine kinderen. Het kon weer. Reserveren moest via een website. Volgens die website was er nog voldoende ruimte. Alleen bij het reserveren stond een toelichting dat ik bij een reservering van meer dan 8 personen een mailtje moest sturen. Dan kon reserveren niet via de website. Ik heb dus een mailtje gestuurd. (er stond ook geen telefoonnummer bij om even te bellen).

Wij gingen de volgende dag welgemoed naar de betreffende gelegenheid. Daar bleek mijn reservering niet te zijn doorgekomen. “Ja meneer van den Brink, die reserveringen per mail komen ergens anders binnen. Die zien wij niet rechtstreeks. Waarom heeft u geen reservering via de website gemaakt?” was de reactie. En ik had inderdaad ook geen reactie op mijn mail teruggekregen. Nu had het bedienend personeel kunnen zeggen, “Ja sorry, het kan niet door gaan, we hebben het druk en zitten eigenlijk ook vol. U heeft blijkbaar niet op tijd gereserveerd”. Gelukkig deden ze dat niet. Ze zijn gaan improviseren en we konden uiteindelijk toch de verjaardag vieren met een eigen tafel en zonder ons te moeten haasten. Terwijl het echt bijna helemaal vol zat.

Wat zegt dit voorbeeld nu over de regels van de betreffende gelegenheid: Waren ze niet duidelijk genoeg? Er stond bijvoorbeeld niet bij dat er tenminste 1 dag van te voren moesten worden gereserveerd. Kende de medewerkers de eigen regels eigenlijk wel? Pasten de regels wel bij de bedoeling? Ik kan me voorstellen dat je ze maakt voor grote gezelschappen maar vallen kinderen onder 2 jaar ook onder de maximaal 8 personen?

 

En nu de vertaling naar de politiek

Wij willen als ChristenUnie de menselijk maat weer terug bij de overheid. We erkennen dat dat best lastig kan zijn. Want dat is toegeven dat niet alles is te regelen. En het betekent dat op sommige momenten iemand een beslissing mag nemen die afwijkt. Omdat ook de situatie anders is. (Wij waren blij dat dit restaurant zo flexibel was). Het was overigens “Keck” hier in Gouda. Die vermelding verdienen ze wel.

Is het mogelijk, de menselijke maat terugbrengen in de regelgeving? Wij denken van wel.

 

Daarom gaat de ChristenUnie zich in het verkiezingsprogramma onder andere voor het volgende inzetten:

  • De mogelijkheid bieden om in bijzondere gevallen af te wijken van de vastgestelde regels als die onbedoelde effecten hebben. Dat kan door zogenaamde hardheidsclausules op te nemen in verordeningen waar dat nog niet is gebeurd.
  • Vragen aan het college om met voorstellen te komen voor regels die geschrapt, vereenvoudigd of samengevoegd kunnen worden.
  • Het vinden en begrijpen van regelgeving eenvoudiger maken.

De binnenstad weer open.

”Wat fijn dat de winkel weer open is!” horen winkeliers dagelijks. Meestal in de veronderstelling dat alles weer bij het oude is, maar niets is minder waar. De afgelopen jaren hebben veel schade toegebracht aan winkels en hun eigenaren. Het ontmoedigingsbeleid om niet te winkelen en als je iets nodig hebt het dan online te bestellen, is er een van. De eerste lockdown werden er nog allerhande pogingen gedaan om iedereen te bewegen de lokale ondernemer te ondersteunen. Na een jaar werd dat ook moeilijker.

Het constant moeten schakelen van lockdown, online, afspraken maken, weer lockdown, geen mondkapje, wel mondkapje, het heeft veel mentale schade aangericht. En ja, ondernemers klagen niet, zijn flexibel en proberen er het beste van te maken. Ze vertonen heel veel veerkracht. Nu mogen de winkels weer open, maar hoe leuk is winkelen nog? Overal handen wassen, mondkapjes op, afstand houden. Na en met alle coronamaatregelen was het ook nog eens heel frustrerend dat veel straten in de binnenstad juist nu aan alle kanten open liggen. Moet gebeuren, maar het draagt niet bij aan ondernemersvreugde. Gelukkig gaat het op dit moment de goede kant op.

Oog voor passievolle kleine ondernemers.

Om een binnenstad levend en aantrekkelijk te houden heb je behalve de gebruikelijke winkelketens vooral ook veel kleine ondernemers nodig die de binnenstad aantrekkelijk maken. Straten om doorheen te slenteren en te snuffelen in al die leuke, gekke, vriendelijke winkels. Juist deze ondernemers doen dat veelal niet alleen vanuit ondernemersdrang om geld te verdienen, maar uit passie voor hun product . Je vindt ze in de bloemen, schoenen, kleding, speelgoed, edelstenen, hobby artikelen, antiek of iets anders is. Ze verdienen er soms hun brood mee, maar soms ook maar gedeeltelijk. Juist deze winkeliers hebben het moeilijk gehad. Sommigen vragen zich af of ze dit werk nog wel leuk vinden en of ze niet beter iets anders zullen gaan doen. Ook in de horeca geldt dat bij de kleine ondernemingen.

Willen we de binnenstad aantrekkelijk en bruisend houden dan zal er ook vanuit de politiek aandacht moeten zijn voor alle ondernemingen, ook de kleine passievolle initiatieven. Geef ze de ruimte met minder betuttelende regels en zorg dat de binnenstad er fris en groen uitziet en makkelijk bereikbaar is met de fiets en als het moet met de auto. En zeker ook met rolstoel of blindenstok.

Gouda Niks Mis Mee.

In de zomer van 2019 heb ik samen met de mensen van de GAB (Goudse Adviesraad voor mensen met een Beperking) meer dan 170 winkels bezocht met rolstoel en blindenstok. Wat een mooie ervaring was dat voor zowel de winkeliers als de GAB-ers. Beide partijen hebben veel van elkaar geleerd en vooroordelen werden weggenomen. We mochten dat afsluiten met een ‘Gouda Niks Mis Mee’ dag. Want zo zijn ondernemers ook, ze willen net als elke andere Gouwenaar het beste voor de stad en voor al haar mensen.

Het PaasOntbijt is initiatief van de ondernemers.

Persoonlijk beschouw ik het ook als heel bijzonder dat het juist de binnenstadsondernemers zijn die het initiatief hebben genomen voor het PaasOntbijt waarbij de Goudse kerken voor de bediening zorgen. Tweede Paasdag mag ik dat alweer voor de 7e keer organiseren, waarvan 2x in de buurten en wijken, maar nu hopelijk toch echt weer op de markt. Ook voor dit jaar is door de ondernemers een bijdrage geleverd via de SBG.

We vieren die dag ook dat Bijbelshop Samma al 50 jaar deel mag uitmaken van de prachtige binnenstad die we hebben. In Samma hebben we altijd voor een groot deel met vrijwilligers gewerkt. Daarom waren we in staat om ons op allerlei manieren in te zetten voor de Binnenstad met evenementen, plantenbakken vullen en meer. Er is in die vijftig jaar veel veranderd in de stad , het

winkelaanbod en het koopgedrag van mensen, maar iedereen zal het er over eens zijn dat we die prachtige binnenstad moeten onderhouden en levend, bruisend en groen houden voor onze eigen ondernemers en voor de bezoekers van Gouda. Gouda is en blijft The Cheese Capital Of The World.

Irene Klein Haneveld