‘..geroepen om present te zijn vanuit mijn geloof. Om te werken aan herstel en welzijn voor de hele samenleving’ dat was één van de zinnen uit mijn kandidaatstelling op 15 juni 2013. Met deze motivatie ben ik na 2 jaar burgerraadslid gestart als raadslid in 2014.

En als volksvertegenwoordiger wil ik ook verantwoording afleggen, het in mij gestelde vertrouwen terug geven aan de kiezer. Wat is er terecht gekomen van die ‘grote woorden’?  Ben ik inderdaad ‘van betekenis geweest’ voor de stad Gouda en haar inwoners?

Daarom een selectie van alle onderwerpen waar ik als raadslid voor heb geknokt in de periode 2018 – 2022.

 

Visie op jeugdzorg

De periode 2014 – 2018 werd vooral getypeerd door de decentralisatie (taken naar gemeenten ipv rijk) van Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet. In deze jaren hebben we als ChristenUnie hard gewerkt aan de ‘transitie’ (structuurverandering), het goed organiseren van de zorg in de Goudse context. Na 2018 hebben we meer ingezet op de ‘transformatie’ (andere werkwijze) omdat alleen structuur en financiën niet voldoende bleek.

Een duidelijke visie en gemeenschappelijke taal tussen cliënten, gemeente en zorginstellingen is essentieel voor een goede samenwerking. Daarom heb ik het amendement ‘Positieve Gezondheid’

ingediend op 6 oktober 2021. Deze visie gaat uit van wat mensen wel kunnen en zet niet de beperking of de ziekte centraal. Kernwoorden hierbij zijn integraal en holistisch. De mens is meer dan alleen cliënt of zorggebruiker. Juist het aspect van zingeving, wat een onderdeel is van deze visie blijkt cruciaal te zijn voor het ‘herstel van het gewone leven’.

Ondanks de enorme inzet van alle betrokkenen om het sociaal domein goed te organiseren in Gouda komt de continuïteit van de zorg in gevaar. Het aantal zorggebruikers, en daarmee de kosten, zijn fors gestegen waardoor we als ChristenUnie ingezet hebben op twee lijnen:

  • Democratisering van de zorg
  • Financiele compensatie van het Rijk

De verantwoordelijkheid voor hulp en zorg willen we als ChristenUnie graag weer teruggeven aan de samenleving. De verzorgingsstaat en daarmee verkokering, professionele distantie en verlies aan regie is niet in het belang van zorgvragers. Daarom geloven we in de kracht en samenredzaamheid van de Goudse inwoners. Echter nooit ten koste van de kwaliteit en het aanbod van zorg. De gemeente blijft verantwoordelijk zodat niemand zonder zorg hoeft te zitten.

Eén mooi voorbeeld van democratisering van zorg is het initiatief Burgervoogden. Dit zijn gewone inwoners die betrokken blijven op jongeren in de jeugdzorg, juist bij de vele wisselingen van professionals in hun leven. Hiervoor heb ik juli 2020 een motie ingediend die geleidt heeft tot een pilot in Gouda en hopelijk een mooie impuls aan betekenisvolle relaties met kwetsbare jongeren. Daarnaast hebben we ingezet op ‘huur en buur project’, steunouders en JIM (jouw individuele maatje).

De andere lijn ‘financiële compensatie’ hebben we concreet gemaakt door een claim neer te leggen bij de Rijksoverheid voor de tekorten in de jeugdzorg in september 2020 met een motie. Uiteindelijk heeft het Rijk de gemeenten gecompenseerd voor de onterechte tekorten en kunnen we als Gouda het financiële hoofd boven water houden.

 

Welkom aan nieuwkomers

Omdat ik hardgrondig geloof dat we als mensen aan elkaar gegeven zijn om samen meer te ontdekken van het leven en de Gever van het Leven wil ik gastvrij zijn. Dit is meer dan alleen vluchtelingen opvangen, het is de ander omarmen omdat die iets geeft wat ik niet heb. Daarom heb ik de afgelopen jaren gewerkt aan een goed vluchtelingbeleid en een inclusieve samenleving. Een voorbeeld hiervan is de motie ‘Coalition of the willing’ van december 2020 waardoor Gouda één van de gemeenten is die een veilige opvang wil voor 500 kwetsbare minderjarigen. In tegenstelling tot de toenmalige Nederlandse regering die weigerde om in 2020 gehoor te geven aan de urgente noodkreet. Gelukkig dat er nu wel ruimhartig gastvrijheid wordt geboden aan vluchtelingen uit Oekraïne en van harte hoop ik dat dit meer is dan een strategische keus en voortkomt uit een open en betrokken hart.

Gezond en actief

Met enige verbazing heb ik de weerstand van oa D66 en GrL in Gouda meegemaakt tegen het verbieden van lachgas. Ondanks de vele deskundigen die waarschuwden voor de enorme impact op de gezondheid van jongeren en de veiligheidsrisico’s bleven onze liberale collega’s vasthouden aan ‘ieders eigen keus’. Meerdere moties, samen met het CDA, een expertmeeting en veel duw en trekwerk heeft uiteindelijk gerealiseerd dat een verbod op lachgas is opgenomen in de APV van Gouda.

Naast het beschermen van inwoners tegen ongezonde middelen is het ook van belang om het sporten en bewegen van Gouwenaren te stimuleren. Met Sport.Gouda hebben we een goede organisatie die hierin kan ondersteunen. Tegelijk missen we nogal eens de sporter zelf als gesprekspartner bij het sportbeleid. Daarom hebben we opgeroepen met een motie (november 2018) om een cliëntenraad voor Sport.Gouda in te richten die ook kan fungeren als adviesraad voor sportbeleid.

 

Regionale betekenis

Als raadslid voor Gouda werk je nooit in een vacuum, steeds meer speelt de regio een rol en is een goede samenwerking met buurgemeenten van belang. De afgelopen jaren mocht ik hier ook een bijdrage aanleveren als lid van de Programmaraad Groene Hart rekenkamer. Daarnaast heb ik als lid van de Regionale Adviesraad Sociaal Domein (RASD) erg genoten van de samenwerking met regio collega’s. Juist omdat het sociaal domein zoals de zorginkoop regionaal georganiseerd is, is een goede democratische controle belangrijk.

 

Is er leven na de raad

Na 16 maart zullen er heel wat vergaderavonden uit de agenda vallen maar dat geeft weer ruimte voor andere mooie dingen. Ik heb genoten van de afgelopen jaren als raadslid en zie uit naar nieuwe uitdagingen om blijvend van betekenis te zijn voor Gouda en haar inwoners.

 

Wout Schonewille

Een bericht op onze social media kanalen heeft nogal stof doen opwaaien. We hebben, naïef als we zijn, een verkeerde foto geplaatst. Onder de titel ‘Waar gaat de ChristenUnie in Gouda zich voor inzetten?’ hebben we onze visie op prostitutie gedeeld. Dat dit resulteerde in een lobby om sekswerk als normaal te beschouwen, hadden we wel verwacht. Dat was echter niet waar de ophef over ging, die ging over de bijgeplaatste afbeelding. De foto was een zogenoemde buttplug, een soort seksspeeltje. Althans dat is wat google ons vertelde, vergezeld van onsmakelijke foto’s.

Natuurlijk onhandig en ook nogal naïef. Dat wordt ons dan ook op de socials enthousiast nagedragen, naast nogal wat onbehoorlijke kwalificaties. Na ons werk, tenslotte zijn we allemaal maar vrijwilligers met idealen, hebben we de foto dan ook aangepast.

Toch riep de hele commotie wel een vraag bij mij op. Wie is er nou eigenlijk naïef? Wie heeft bedacht dat een gemiddelde Gouwenaar moet weten wat een buttplug is? Wie zegt dat je ouderwets bent als je niet thuis bent (wilt zijn) in de wereld van wisselende sekscontacten en speeltjes? Sinds wanneer is een duurzame relatie tussen twee partners achterhaald?

Als ik de reacties lees en de fanatieke ideologie daarachter op me in laat werken, ben ik verbaasd over zoveel naïviteit. De vrijgevochten, weldenkende mens heeft bedacht dat prostitutie gewoon is, dat het een normaal beroep is. Moeten we allemaal geloven dat er niks mis is, zelfs als de cijfers een heel ander verhaal vertellen? Is dat niet wat naïef? Is het niet naïef om te denken dat er geen kwetsbare mensen in onveilige situaties zitten? Zou het niet juist in het belang van moeders, dochters en zussen zijn om eens te luisteren naar hun verhalen. Zou het niet juist in het belang van vrouwen zijn dat er een uitstapprogramma is voor wie dat wil. Is het niet wat naïef om te denken dat die buitenlandse meisjes en vrouwen dit als ideaal hadden, toen ze naar Nederland kwamen of gehaald werden?

Inderdaad, ik ben naïef als het gaat om een buttplug, maar ik zou me pas echt zorgen maken als ik naïef was over het welzijn van vrouwen en meisjes.

In een democratie draait alles om samenwerking. Ook de Goudse raad neemt besluiten op basis van een meerderheid die een optelsom is van meerdere partijen. Maar hoe wordt er eigenlijk samengewerkt in Gouda? En met wie wordt er samengewerkt? Na deel 1 en 2 van Goudse raad in cijfertjes kijken we nu naar de samenwerking tussen de politieke partijen in Gouda.

Samenwerken

Om de samenwerking tussen partijen in beeld te brengen gebruiken we de cijfers van ‘mede-indienen en of steun geven aan elkaars moties, amendementen. Wanneer een partij bijv. een motie indient kunnen andere partijen er voor kiezen om deze motie vooraf mede in te dienen. Tijdens de besluitvorming kan er door de andere partijen dan nog voorgestemd worden of juist tegen de motie.

Al deze informatie is in beeld gebracht in tabel 3 waar je kunt aflezen hoe een partij (linker kolom) samenwerkt (steun geeft, mede-indient) met een andere partij (koptitel).

Tabel 3

 

Als voorbeeld kun je aflezen dat de PvdA (linker kolom) steunt geeft aan D66 en de ChristenUnie maar niet aan de VVD en SGP. En de VVD geeft geen steun aan D66 en PvdA maar wel weer steun aan het CDA en de SGP. Omdat GoPo alle moties in 2021 heeft ingetrokken is er geen data om de steun die andere partijen aan hen geven te laten zien. Wel is zichtbaar dat GoPo vooral steun geeft aan de VVD en GBG.

Als je alle steun bij elkaar optelt (en aftrekt) zie je in de onderste kolom dat de ChristenUnie de meeste steun ontvangt van de andere partijen gevolgd door D66. De partij die het minste steun krijgt van de andere partijen is de PvdD gevolgd door de SGP.

 

Als je dit vertaalt naar coalitie en oppositie partijen wordt ook inzichtelijk welke partijen steun geven aan de coalitie (geel gearceerd) of de oppositie in 2021. Dit is vooral boeiend omdat er veelvuldig in de gemeente raad het verwijt werd gemaakt dat er een tegenstelling is tussen coalitie-oppositie en dat er vooral langs deze tegenstelling werd gestemd door de partijen.

Op basis van de cijfers in tabel 4 blijkt dit echter niet te kloppen en vooral beleving te zijn. Alleen GoPo en VVD (en SGP beperkt) steunen de coalitie niet, de andere partijen wel. De oppositie wordt alleen gesteund door G50+, SP, GBG (en SGP beperkt) maar niet door GoPo, VVD en PVdD als oppositie-partijen. Op basis van deze cijfers is er dus geen tegenstelling langs de lijn coalitie-oppositie maar zien we eigenlijk drie groepen:

  • Geen steun: GoPo en VVD
  • Coalitie steun: coalitiepartijen en PvdD
  • Oppositie steun: SP, Gouda’s 50+ en GBG

 

Serie ‘Goudse raad in cijfertjes 2021’

Dit is het derde deel over 2021, klik hier voor de vorige delen:

Deel 1: Een drukke raad in 2021

Deel 2: Inzet en resultaat van Goudse partijen

 

 

Sinds 2014 laten we cijfers zien van moties, amendementen en schriftelijke vragen van de Goudse gemeenteraad. Hiermee krijgen we beeld bij de inzet van de afzonderlijke politieke partijen. Naast de inzet laten we ook zien wat het resultaat is, wel of niet aangenomen, wat iets zegt over de productiviteit.

 

Meerwaarde

Wat is de toegevoegde waarde van deze jaarlijkse terugblik? Dat is een vraag die ik me opnieuw heb gesteld bij het schrijven. In 2014 ben ik hiermee begonnen als raadslid die ontdekte dat veel van ons werk onbekend is en dat inzet en resultaat maar een beperkte rol speelt bij verkiezingen. Blijkbaar zijn we met elkaar gevoeliger voor mooie plaatjes en ronkende slogans dan voor feitelijke data. Daarom leek het mij waardevol om het aantal moties, amendementen en schriftelijke vragen objectief weer te geven. Al deze cijfers zijn eenvoudig te controleren en na te rekenen op basis van het Raadsinformatiesysteem van Gouda (RIS). Mijn reflectie op basis van deze cijfers is vanzelfsprekend persoonlijk maar geeft hopelijk wel inzicht in het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.

Inzet en resultaat

Naast de cijfers van de totale Goudse raad (zie deel 1) is het boeiend om in te zoomen op de inzet van de afzonderlijke partijen in 2021. Omdat de grote van de partij, het aantal zetels in de Goudse raad, mogelijk effect heeft laten we die ook zien. Hierbij zijn er in 2021 wel wat wisselingen geweest qua aantal partijen en hun zetels. Gouda’s 50+ partij is in het najaar opgesplitst in drie verschillende partijen, te weten Gouda’s 50+, Onafhankelijk Gouda en Vitaal Gouda. Omdat deze drie partijen geen inhoudelijke verschillen lieten zien qua stemgedrag heb ik ze als één partij weergegeven.

Grafiek 3

 

In het overzicht van grafiek 3 worden het aantal moties, amendementen en schriftelijke vragen weergeven, dit zijn de drie instrumenten van de raad die meegenomen zijn in de cijfers. In het overzicht wordt in beeld gebracht welke lokale partij het afgelopen jaar actief is geweest. Bovenaan staat de VVD gevolgd door de ChristenUnie en PvdA. Onderaan, dus het minst actief, staat Gouda’s 50+ gevolgd door het CDA en GroenLinks. Opvallend is dat partijen als PvdD en GBG met maar 1 zetel een dubbele inzet, qua drie instrumenten, leveren tov partijen als G50+ en CDA met 4 zetels.

Vanzelfsprekend zal de positie in de raad ook een rol spelen. Als coalitiepartij zul je minder noodzaak zien om moties, amendementen of vragen te stellen dan een oppositiepartij. Daarbij betekent ‘indienen’ niet automatisch ook resultaat in de politiek. Of een motie, amendement aangenomen wordt en of deze mede-ingediend of gesteund wordt bepaalt uiteindelijk je effectiviteit als politieke partij.

Tabel 1

 

Als we het percentage aangenomen moties en amendementen (52%) vergelijken met voorgaande jaren blijkt dat we minder effectief zijn als totale raad dan in 2020 (61%) maar effectiever dan in 2019 (40%). Tegelijk zijn er in tegenstelling tot 2019 nu drie partijen waarvan alle ingediende moties aangenomen zijn (100%): ChristenUnie, CDA en GrL.

Het minst effectief was GoPo die geen van de 6 ingediende moties (0%) aangenomen kreeg door de raad, gevolgd door GBG met 15% effectiviteit.

Het aantal ingetrokken moties, moties die wel werden ingediend maar tijdens de vergadering werden ingetrokken, is fors gestegen. In 2020 waren dat er 15 (12% van totaal ingediend) en in 2021 is dit verdubbeld naar 32 (25% van totaal ingediend). VVD en SP hebben beiden 7 moties ingetrokken gevolgd door de 6 moties van GoPo.

 

Wat is de productiviteit?

Naast de feitelijke cijfers qua inzet en het resultaat van aangenomen moties, amendementen is het boeiend om een formule voor productiviteit over alle partijen heen te leggen. Voor de ‘productiviteit’ reken ik met de inzet (ingediende moties etc.), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend).

Dit is een puur statistische waardering die niets zegt over de inhoud en de impact van de afzonderlijke moties, amendementen en vragen. Wel kun je op basis van onderstaande tabel het verschil tussen de partijen weergeven en ook trends over meerdere jaren zien.

Tabel 2

 

In tabel 2 worden de productiviteitscijfers over de afgelopen jaren per partij weergegeven. Rood is weinig productief en groen is zeer productief, hierbij is de meest productieve partij per jaar omrand.

Gebaseerd op bovenstaande berekening van productiviteit is de ChristenUnie het meest productief in 2021 gevolgd door GrL en de PvdA. Het minst productief is GoPo net als in 2019 en 2020.

Wanneer je over de afgelopen jaren, sinds 2014, kijkt zie je dat in 2015 GoPo het meest productief was, in 2019 was dit de PvdA en de anderen jaren de ChristenUnie de meest productieve partij.

Het jaar 2021 was een veelbewogen jaar en niet alleen door de beperkingen van Corona. Politiek gezien waren er heel wat dossiers die de samenwerking tussen de raad onderling en met het college onder druk hebben gezet. Het is een hele opgave om ondanks meningsverschillen, die heel diep kunnen gaan, naar elkaar te blijven luisteren. Daarbij waren er ook periodes waar we elkaar niet fysiek konden ontmoeten wat ongetwijfeld effect heeft gehad op de onderlinge relaties. Toch is het goed om ook terug te blikken op 2021 vanuit de cijfers. Sinds 2014 maak ik op basis van de feitelijke cijfers uit het RIS (RaadsInformatieSysteem) van Gouda een terugblik.

Een drukke raad

Als we alle cijfers uit het RIS in beeld brengen zien we een drukke gemeenteraad in 2021. Via deze link kunnen we alle ‘schriftelijke vragen’ terugvinden, de zogenaamde art 39 vragen. Het vorige jaar zijn er in totaal 137 keer schriftelijke vragen gesteld door de afzonderlijke partijen.

Naast de schriftelijke vragen zijn er tijdens de Raadsvergaderingen moties en/of amendementen ingediend, 126x in 2021. Dit is vergelijkbaar met 2019 en 2020 maar ten opzichte van 2014 zien we wel een totale stijging qua inzet over meerdere jaren.

Nog even kort een samenvatting:

  • Amendement: tekstwijziging in een besluit
  • Motie: uitspraak of oproep van de raad waarmee het college aan het werk wordt gezet
  • Schriftelijke vragen: naast technische vragen zijn dit de ‘politieke’ vragen.

Ook al geven deze drie verschillende instrumenten geen totaal plaatje van alle werkzaamheden van een raadslid toch kun je op basis van deze cijfers wel iets zeggen over de ‘inzet’ van de gemeenteraad.

Grafiek 1

 

In grafiek 1 wordt weergegeven per jaar hoeveel moties/amendementen en schriftelijke vragen er ingediend zijn door de hele Goudse gemeenteraad. De stijgende lijn door de jaren heen is een duidelijke trend en geeft ook weer dat we als raad steeds drukker worden. Dit is ook merkbaar aan het aantal vergaderingen, 68 vergaderingen in 2021, waardoor we na de piek in 2014 weer een stijging zien over de jaren (grafiek 2). Hierin zijn nog niet alle regionale vergaderingen, werkbezoeken en werkgroepen meegerekend.

Grafiek 2

 

Naast de Besluitvormende raadsvergadering waar alle raadsleden aanwezig zijn wordt er vergaderd in commissies. In deze drie commissies zijn meestal alle partijen vertegenwoordigd, dat betekent voor een kleine fractie een forse aanslag op de vrije avonden. Met name commissie Stad heeft een erg intensief 2021 beleefd met 27 vergaderingen.

We hebben een bijzonder en ook ingewikkeld jaar achter ons door Corona. Ook de vergaderingen van de Gemeenteraad waren anders en alle maatregelen hadden, net als op iedereen, ook effect op ons werk als Raadsleden. Toch is er vergaderd en doorgewerkt door de Raad en hier willen we op terugkijken en 2020 analyseren. Sinds 2014 blikt de ChristenUnie fractie terug op basis van de feitelijke cijfers uit het RIS (RaadsInformatieSysteem) van Gouda. Hierbij worden het aantal moties, amendementen en art38 vragen objectief weergegeven en op basis van deze cijfers reflecteren we graag op het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.

Anders maar niet minder actief

Ook al was het jaar 2020 ingewikkeld qua vergaderen het lijkt geen effect te hebben gehad op de inzet van de Raadsleden. De stijgende lijn sinds 2014 van het aantal moties/amendementen en het aantal schriftelijke vragen is doorgezet in 2020. Nog even kort een samenvatting:

  • Amendement: tekstwijziging in een besluit
  • Motie: uitspraak of oproep van de raad waarmee het college aan het werk wordt gezet
  • Schriftelijke vragen: naast technische vragen zijn dit de ‘politieke’ vragen, eerder genoemd als art38

Deze drie instrumenten gebruiken we om inzicht te geven in de activiteiten van de Gemeenteraad. Vanzelfsprekend geeft dit niet alle werkzaamheden weer van de Raad maar het geeft wel een boeiende indruk qua inzet en productiviteit.

Voor een overzicht van andere jaren verwijs ik graag naar onderstaande links:

2015: Hyperactief of productief

2016: Goudse raad in cijfertjes

2017: Goudse raad in cijfertjes

2018: Goudse raad in cijfertjes

2019: Goudse raad in cijfertjes

Cijfers 2020 1.jpg

Als we inzoomen op 2020 kunnen we bekijken welke partijen verantwoordelijk zijn voor deze cijfers, waarbij de grote van de fractie ongetwijfeld een rol speelt in de beschikbare tijd en dus inzet. Ook je positie in de gemeenteraad kan effect hebben, maak je als partij wel of niet onderdeel uit van de coalitie?

Cijfers 2020 2.jpg

Op basis van de ingediende moties, amendementen en vragen staat de ChristenUnie bovenaan gevolgd door D66 en daarna CDA. Het minst ingediend hebben GoudaPositief, Gouda’s 50+ en GBG. Het aantal zetels betekent echter niet automatisch dat je als partij minder actief bent. De SP en de PvdD zijn net zo actief met 1 zetel als de PvdA en VVD met 4 zetels. Uiteindelijk telt het resultaat in de politiek, dus niet alleen het indienen van bijv. een motie maar ook of die aangenomen wordt. Daarbij speelt het mede-indienen ook een rol bij je effectiviteit als politieke partij.

Cijfers 2020 3.jpg

Als totale Gemeenteraad hebben we een percentage van 61% aangenomen moties en amendementen, daarmee zijn we effectiever dan in 2019 met 40%.

Duidelijk is dat inzet niet vanzelfsprekend resultaat geeft. Geen één partij heeft alle ingediende moties aangenomen gekregen. Van de VVD en G50+ zijn geen moties/amendementen aangenomen. De ChristenUnie heeft de meerderheid gekregen bij 20 van de 22 moties/amendementen en heeft daarmee,  gevolgd door CDA en GrL, het meest resultaat.

Soms worden moties ook ingetrokken nav de bespreking in een raadsvergadering. In 2020 gebeurde dit 15 keer (12%), in 2019 was dit 18% en 2018 23% dus dat neemt af.

Productiviteit

Om de ‘Productiviteit’ van de afzonderlijke partijen in beeld te brengen heb ik een optelsom gemaakt van de inzet (ingediende moties etc.), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend).

Vanzelfsprekend zijn de percentages een keus en daarmee subjectief, ook wordt er geen waardering toegekend aan de inhoud van moties, amendementen en is daarmee niet meer dan een statistische weergave. Toch kan op basis van onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt worden hoe de productiviteit per partij en per jaar is geweest.

Cijfers 2020 4.jpg

Elkaar steunen

In de politiek draait alles om steun en samenwerken, in je eentje krijg je weinig voor elkaar in een gemeenteraad. Daarom is het boeiend om te ontdekken hoe de onderlinge relaties zijn tussen de partijen. Waar wordt er gesteund, mede-ingediend en maakt het dan nog uit of je van de coalitie of oppositie bent? In onderstaande tabel wordt de relatie weergegeven met de partij op de verticale as. Hieruit wordt bijvoorbeeld duidelijk dat G50+ beperkte steun kreeg van de andere partijen, behalve van de SP en PvdD. In deze tabel zie je ook of de relatie wederzijds, bijv. PvdA steunt voor 20% D66 terwijl D66 -1% steun geeft aan PvdA, gebaseerd op het mede-indienen en voor/tegenstemmen.

Cijfers 2020 5.jpg

Deze informatie kun je ook optellen voor alle coalitie of oppositie partijen waardoor duidelijk wordt welke partijen ‘steun geven’ aan coalitie (geel gearceerd) of de oppositie in 2020. Hieruit blijkt dat er brede steun is voor de coalitie partijen, behalve bij GoPo en VVD. Steun voor de oppositie komt vooral van SP en G50+.

Cijfers 2020 6.jpg

Als we dit weergeven voor elk van de drie coalitieperiodes die we hebben gehad sinds 2014 kan de steun vergeleken worden per coalitie.

Cijfers 2020 7.jpg

Hieruit blijkt dat de steun voor de oppositie het minst groot is in 2018-2022. Procentueel is de steun voor de coalitie in 18-22 gelijk gebleven aan 16-18 maar beduidend groter dan in 14-16.

Waarom

Soms wordt mij gevraagd waarom ik dit doe en of het wel terecht is dat ik als raadslid van de ChristenUnie deze cijfers weergeef. Ben ik niet vooringenomen en zijn de cijfers wel objectief is dan de kritiek. Ik snap zeker de vragen maar de cijfers zijn objectief en ik daag iedereen uit om zelf de cijfers te verzamelen en na te rekenen, het is tenslotte openbare data en reproduceerbaar.

Het ‘waarom’ van deze informatie komt voort uit mijn behoefte om Gouwenaren bewust te maken van hun geweldige recht om te stemmen. Laat die stem dan ook echt het verschil maken. Soms heb ik het vermoeden dat kiezers meer afgaan op mooie beloften of uitstraling van een persoon dan op de resultaten van de afgelopen jaren. Hopelijk geven deze cijfers het juiste inzicht zodat elke stem bewust en onderbouwd gegeven kan worden.

Elk jaar verschijnen eind december weer de lijstjes met jaaroverzichten, muziektoppers en personen. Ook Gouda doet hier aan mee met de ‘machtigste Gouwenaar’. Ook politiek wordt het afgelopen jaar vastgelegd en geanalyseerd. Sinds 2014 blikt de ChristenUnie fractie terug op basis van de feitelijke cijfers van het RIS (RaadsInformatieSysteem) van Gouda. Hierbij worden het aantal moties, amendementen en art38 vragen objectief weergegeven en op basis van deze cijfers reflecteren we graag op het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.

Een actief 2019

Het jaar 2019 is een jaar waarin de politieke partijen op stoom komen na een verkiezingsjaar. Opvallend is het patroon van 2014 en 2018 als verkiezingsjaren en 2016 met nieuwe collegevorming. Daarnaast wordt duidelijk dat er een trend is dat we als politiek steeds actiever worden, in 2019 zelfs 132 amendementen en moties. Een amendement is een tekstwijziging op een besluit van het college, een motie is een oproep van de gemeenteraad aan het college. Het derde instrument wat we meten zijn de Art38 vragen, dit zijn politieke vragen van een partij aan het college.

Voor een overzicht van andere jaren verwijs ik graag naar onderstaande links:

2015: Hyperactief of productief

2016: Goudse raad in cijfertjes

2017: Goudse raad in cijfertjes

2018: Goudse raad in cijfertjes

Grafiek 1 2019.png

Het is natuurlijk ook boeiend om te kijken welke partijen verantwoordelijk zijn voor deze cijfers, waarbij de grote van de fractie ongetwijfeld een rol speelt in de beschikbare tijd en dus inzet. Ook je positie in de gemeenteraad is bepalend, het maakt uit of je coalitie bent of oppositie en dus geen afvaardiging in het college.

Grafiek 2 2019.png

De VVD, SP en Partij voor de Dieren voeren de lijst aan en onderaan zien we D66 en GroenLinks als het gaat om wat er ingediend is. Maar uiteindelijk telt in de politiek het resultaat, dus niet alleen het indienen van bijv. een motie maar ook of die aangenomen wordt. Ook het mede-indienen speelt een rol bij je effectiviteit als politieke partij.

Grafiek 3 2019.png

Uit deze tabel blijkt dat inzet niet altijd automatisch resultaat geeft. Van de 23 moties, amendementen van de VVD zijn er 6 aangenomen (26%) waarbij de 2 van GrL beiden zijn aangenomen (100%). Het geeft wel te denken dat van alle moties er maar 40% zijn aangenomen door de gemeenteraad. Opvallend detail is het aantal moties en amendementen die ingetrokken zijn, in 2019 waren dat er 24. In 2018 is 23% van de moties en amendementen ingetrokken terwijl in 2019 18% is ingetrokken. Toch is het een duidelijke trend welke zichtbaar wordt in onderstaande grafiek. Hieruit blijkt dat de VVD 10 moties en amendementen heeft ingetrokken, zo’n 43% van hun ingediende moties.

Grafiek 4 2019.png

Productiviteit

Om de ‘Productiviteit’ van de afzonderlijke partijen in beeld te brengen heb ik een optelsom gemaakt van de inzet (ingediende moties etc.), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend).

Vanzelfsprekend zijn de percentages een keus en daarmee subjectief, ook wordt er geen waardering toegekend aan de inhoud van moties, amendementen en is daarmee niet meer dan een statistische weergave. Toch kan op basis van onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt worden hoe de productiviteit per partij en per jaar is geweest.

Grafiek 5 2019.png

Elkaar steunen

In de politiek draait alles om steun en samenwerken, in je eentje krijg je weinig voor elkaar in een gemeenteraad. Daarom is het boeiend om te kijken hoe de onderlinge relaties tussen de partijen zijn. Waar wordt er gesteund, mede-ingediend en maakt het dan nog uit of je van de coalitie of oppositie bent? In onderstaande tabel wordt de relatie weergegeven met de partij op de verticale as. Bijvoorbeeld wordt hieruit duidelijk dat GoudaPositief van geen één andere partij steun krijgt. En dat Gouda’s 50+ van alle partijen steun krijgt.

Grafiek 6 2019.png

Deze informatie kun je ook optellen voor alle coalitie of oppositie partijen waardoor duidelijk wordt welke partijen ‘steun geven’ aan coalitie (geel gearceerd) of oppositie in 2019?

Grafiek 7 2019.png

Dit kun je ook weergeven voor elk van de drie coalitieperiodes die we hebben gehad sinds 2014. Hieruit blijkt dat de steun voor de coalitie in 18-22 groter is dan in de vorige coalities, uitgezonderd GoudaPositief. De steun voor de oppositie in deze periode is bij alle partijen minder dan in vorige perioden.

Grafiek 8 2019.png

Analyse

Ook al zijn de cijfers objectief, een interpretatie is dat nooit. Daarom heb ik geprobeerd om alleen de feitelijke cijfers weer te geven en laat ik het graag aan anderen over om hieruit conclusies te trekken. Deze conclusies zie ik dan graag verschijnen via social media in de verwachting dat we hier van kunnen leren.

Op 3 februari heeft De Monitor van KRO-NCRV een programma over Pleegzorg uitgezonden. Hierin werden zorgen geuit over steeds zwaardere problemen bij kinderen in pleeggezinnen. Het gevolg hiervan is dat zo’n 45% van de plaatsingen van pleegkinderen worden afgebroken met een enorme impact voor de kinderen en de pleeggezinnen. De ChristenUnie fractie in Gouda wil graag weten of dit ook voor Gouda geldt en heeft daarom art38 vragen gesteld aan het college.

In huis plaatsing

Met de term ‘inhuisplaatsing’ wordt bedoeld dat kinderen die niet meer thuis kunnen wonen en uit huis worden geplaatst, zoveel als mogelijk in een gezinssituatie terecht moeten komen. Dit is ook een duidelijke focus in de Jeugdwet en als ChristenUnie in Gouda hebben we ons hier ook hard voor gemaakt. Met het amendement (tekstwijziging) ‘inhuisplaatsing’ hebben we op 5 november 2014 deze koers al uitgezet. Kinderen verdienen het om in een zo’n normaal mogelijke omgeving op te groeien, in een ‘normaal gezin in een normale wijk’. Dat is iets anders dan een instelling waar groepsopvoeders elkaar afwisselen en de kinderen samenwonen met leeftijdsgenoten, ook al weten we dat het voor sommige kinderen niet anders kan.

Gezinshuizen

Naast pleeggezinnen, die dit vrijwillig doen en alleen een vergoeding krijgen, bestaan er ook gezinshuizen. Hier worden kinderen geplaatst die niet passen in pleeggezinnen en meestal is één van de gezinshuisouders als professional in dienst van jeugdzorg. Het zijn ‘normale gezinnen in een normale wijk’ maar de ouders hebben wel de expertise om kinderen met een forse rugzak op te voeden, soms naast hun eigen kinderen. Als ChristenUnie geloven we in deze vorm van jeugdzorg en daarom hebben we in 2016 ook aan de bel getrokken toen organisatieveranderingen ten koste leken te gaan van kinderen in gezinshuizen.

Kosten

In het gesprek met de lector Residentiele Jeugdzorg, dhr Peer van den Helm, wordt gesuggereerd dat de keus voor pleegzorg meestal ingegeven is door kosten, terwijl het welzijn van de kinderen uitgangspunt moet zijn. De ChristenUnie heeft daarom gevraagd of dit ook geldt voor de situatie in Gouda door middel van art38 vragen. ‘Natuurlijk moeten we heel kritisch zijn op de kosten voor jeugdzorg, omdat we hier al een enorme uitdaging hebben, maar het mag nooit ten koste van de kinderen’ volgens Wout Schonewille. ‘En deze uitdaging is een verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Goede zorg voor kwetsbare kinderen raakt ons allemaal maar raakt ook onze toekomst als samenleving’.

Klik hier voor de art38 vragen aan het college van Gouda.

Het wordt een soort traditie om in januari de cijfers van het stemgedrag van de gemeenteraad te presenteren. Als ChristenUnie fractie blikken we graag terug op het afgelopen jaar op basis van feitelijke cijfers. En die objectieve cijfers van het aantal moties, art38 vragen en amendementen delen we graag met anderen. Daarom, net als voorgaande jaren, een overzicht van het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.

2018

Als je terugblikt op het jaar 2018 ligt er een duidelijke knip per 21 maart, de verkiezingen. Hierdoor is 2018 anders dan voorgaande jaren. De jaren waarin er geen bijzonderheden waren (2015 en 2017) wijken duidelijk af van een verkiezingsjaar (2014 en 2018) en een tussentijdse coalitievorming (2016).

Ongeacht de positie, coalitie of oppositie, zijn de cijfers per partij hieronder weergegeven. Het gaat daarbij om het aantal ingediende moties of amendementen aangevuld met het aantal ingediende art38 vragen per partij over 2018.

Periode 2014 – 2018

De bestuursperiode van 2014 – 2018 kende twee verschillende coalities waardoor een aantal partijen ook een andere positie heeft gehad. De afgelopen jaren hebben we per jaar een verslag gedaan:

2015: Hyperactief of productief

2016: Goudse raad in cijfertjes

2017: Goudse raad in cijfertjes

Nu willen we echter kijken naar de hele periode, dus tussen 19-3-14 en 21-3-18. Dit doen we door de feitelijke cijfers weer te geven van wat ingediend is door partijen of mede-ingediend. Daarnaast is het resultaat ook belangrijk, zijn de moties en amendementen ook aangenomen?

Productiviteit

Iets van de productiviteit is al af te lezen uit bovenstaande tabel. Maar om een goede vergelijking te maken van de productiviteit tussen de politieke partijen moet je een optelsom maken van de inzet (ingediende moties etc), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen moties). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend). Uit onderstaande tabel zie je per partij hoe de productiviteit per jaar is geweest.

Relaties

Omdat er tussen 2014 en 2019 drie verschillende coalities zijn gevormd is het interessant om te zien in hoeverre dit effect heeft op de onderlinge relaties. Verschilt de onderlinge samenwerking tussen partijen als de positie veranderd naar oppositie of coalitie? Deze onderlinge relatie kun je inzichtelijk maken door het wel of niet mede-indienen en steunen van moties of amendementen van de andere partijen.

Eerst kijken we naar 2018 in onderstaande tabel waar de relatie van de verticale partij, als mede-indiener en steun-gever, ten opzichte van de horizontale partij in beeld is gebracht. Bijv. D66 krijgt van alle partijen steun behalve van de VVD. En GoPo krijgt alleen steun van de SP.

Op basis van de onderlinge relaties zoals hierboven kun je dat ook weergeven tussen oppositie of coalitie partijen. En dit kun je voor elk van de drie coalitieperiodes doen, waarbij de coalitiepartijen van die periode geel gearceerd zijn. Welke partij geeft er ‘steun aan’ de coalitie of oppositie?

Conclusies

Ook al zijn de cijfers objectief, een interpretatie is dat nooit. Daarom wil ik ook geen conclusies trekken aangezien die niet objectief kunnen zijn. Het interpreteren en hieruit conclusies trekken laat ik graag over aan anderen. Maar mogelijk is het boeiend om de verschillende conclusies via social media te delen.

Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.

Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?
Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.

Migratie

Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.
De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.

Multicultureel

Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.

Cijfers

Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:

Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.

Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?

Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.

Migratie

Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.

De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.

Multicultureel

Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.

Cijfers

Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:

Inzoomend op de Goudse situatie ontdekken we dat er een grote Marokkaanse gemeenschap is, zo’n 10% van de Gouwenaren naast 6% overig niet westerse migranten en 9% met een westerse achtergrond. Als je dit afzet tegen de wijken van Gouda zie je dat er vooral in Goverwelle (Oost) en Korte-Akkeren een grote Marokkaanse gemeenschap is.

Wonen: het is oneerlijk

De reactie op migratie, vluchtelingen of multiculturele groepen richt zich  vaak op drie thema’s; wonen, inkomen en veiligheid.

Wat betreft wonen is de slaagkans voor starters uit Gouda op een sociale huurwoning maar 16%, voor doorstromers is dat 14%. Dat is een forse uitdaging voor iedereen die graag een eigen plekkie wil. Maar ook in Gouda krijgen statushouders een urgentie verklaring waardoor het gevoel van oneerlijkheid al snel kan ontstaan als je opnieuw achter het net vist voor een woning in je eigen stad Gouda.

Inkomen: tekort gedaan

Onlangs was er weer een tendentieuze kop te lezen ‘aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Tegelijk is dit wel een gevoel wat veel herkenning oproept. En gelet op de cijfers ligt er ook echt een vraagstuk aangezien 2,5 jaar na het verkrijgen van een verblijfsstatus nog steeds 84% een uitkering krijgt, ook al zit er een groot verschil tussen de verschillende groepen statushouders. Er is veel weerstand tegen statushouders die een uitkering krijgen, opvallend meer dan tegen andere uitkeringsgerechtigden. Vaak wordt dit gevoed door het idee dat mensen tekort worden gedaan, dat het veel geld kost en ten koste gaat van het eigen inkomen. De gevoel, gebaseerd op wantrouwen, is dat mensen niet krijgen waar ze recht op hebben, dat ze tekort gedaan worden.

Veiligheid: Wij moeten ons beschermen

Het derde thema wat vaak genoemd wordt bij statushouders en migranten is de veiligheid. En in de beeldvorming is vanaf 1990 de Islam hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Als het gaat over de aanwezigheid van migranten in misdaad cijfers is het niet onlogisch dat er een relatie gelegd wordt met statushouders en vooral Marokkaanse jongeren. Wel zien we een afname bij alle groepen qua geregistreerde verdachten van misdrijven tussen 2005 en 2015

 

Onze reactie

Op basis van de cijfers rondom wonen, inkomen en veiligheid zie je vaak een begrijpelijke en herkenbare reactie. Deze reacties zijn trouwens van alle tijden en worden vaak gevoed door menselijke emoties, angsten of behoeften. Laten we eens kijken naar drie Bijbelverhalen waarin vergelijkbare reacties zichtbaar zijn.

Eva: tekort gedaan

Gelijk aan het begin van de mensheid is het al raak. Eva voelt zich tekort gedaan, er ontstaat wantrouwen en het idee dat ze niet heeft gekregen waar ze recht op heeft. Het onvermogen om te leven in afhankelijkheid van God levert niet alleen verwijdering op van je Maker maar uiteindelijk ook van je eigen identiteit. Want ineens wordt je ‘waarde’ niet bepaald door je mens-zijn maar door wat je presteert, door je werk en uiteindelijk bepaalt je inkomen je geluk.

Kaïn: Het is oneerlijk

Het idee dat de ander wordt voorgetrokken, dat het oneerlijk is en dat de ander daar de schuld van is zien we al bij Kaïn en Abel. Beiden brengen een offer maar God heeft alleen aandacht voor het offer van Abel. En in plaats dat Kaïn bij zichzelf te rade gaat hoe het komt projecteert hij zijn jaloezie op Abel; ‘het is zijn schuld’. En niet veel later vloeit het bloed over de aarde en is de eerste moord een feit.

Babel: Wij moeten ons beschermen

In een wereld waarin onze identiteit ligt in prestaties, waar de ander ons in de weg staat en het leven niet meer heilig is slaat de angst toe. Waar ben ik veilig, hoe kan ik mijzelf beschermen? En zo ontstaat het plan om een stad te bouwen, zodat je veilig bent achter de muren, en een toren als machtsvertoon. Wat een dwaasheid om te proberen het egoïsme, de afgunst en de angst buiten de muur te houden. Alsof een toren, als teken van macht, bijdraagt aan saamhorigheid en onderlinge relaties.

 

Een ander perspectief

Of het nu 6000 jaar voor onze jaartelling is of 2000 jaar erna, de menselijke reacties zijn vergelijkbaar. En elke keer ontdekken we dat het ons niet dichter bij een oplossing brengt. Dat die menselijke reacties, hoe begrijpelijk ook, niet helpen. Wat dan wel? Is er een ander perspectief?

Allereerst wil ik expliciet benadrukken dat het de taak van overheden is om te zoeken naar oplossingen. Als Raadslid geef ik hier ook mijn beste krachten aan maar met deze bijdrage kies ik voor een ander perspectief. Ik geloof dat Jezus Koning is en dat zijn leefregels goed zijn, ook voor de concrete vragen van het dagelijks leven. Misschien maakt mij dat een idealist, een dromer. Misschien vinden sommigen mij een luchtfietser of naïef. Maar ik kan niet anders dan geloven in een betere wereld, een wereld waar andere patronen gelden, waar wij als mensen anders met elkaar omgaan.

Tekort gedaan of leven in afhankelijkheid

In Mattheüs 20: 1-16 vertelt Jezus een verhaal over een wijnbouwer die op zoek is naar werknemers. Hij gaat verschillende keren op pad en neemt arbeiders aan voor zijn wijngaard. Aan het eind van de dag betaald hij alle arbeiders uit en begint bij de laatsten. Deze hadden maar 1 uurtje gewerkt maar kregen toch een volledig dagloon. De andere arbeiders die het zagen verheugden zich al op wat zij wel niet zouden verdienen. Maar helaas, iedereen kreeg het afgesproken bedrag voor 1 dag werken. Je kunt je voorstellen dat een aantal arbeiders ontevreden waren en op hoge poten hun gram gingen halen. Maar de wijnbouwer zei: Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig. Dit hebben we afgesproken en dat geef ik je ook. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil?

Misschien denken wij als mensen wel veel te vaak dat we tekort worden gedaan, terwijl we gewoon krijgen wat ons toekomt. Als we nou eens wat meer in afhankelijkheid gingen leven. Dankbaar zijn voor al het goede wat wij ontvangen in plaats van kijken naar de ander of het wel ‘eerlijk’ is.

Het is oneerlijk of gericht op de ander

Een ander verhaal wat Jezus vertelt staat in Lukas 15: 11-32. Het gaat over een vader die twee zonen heeft. De jongste is het boerenleven zat en gaat op reis met de helft van de erfenis, terwijl zijn vader nog gewoon leefde. En als het geld op is vindt deze avonturier zichzelf terug tussen de varkens met een lege maag. Hij komt tot inkeer en gaat terug naar zijn vader. Deze is geweldig blij en organiseert een groot feest. De oudste zoon die gewoon hard aan het werk is geweest hoort de muziek en vraagt wat er aan de hand is. Wanneer hij hoort wat de reden is weigert hij het feest mee te vieren en beklaagd zich bij vader. ‘Ik ben altijd gehoorzaam geweest, heb hard gewerkt en ik kreeg niet eens een feestje. En nu organiseert u een mega-feest voor die lapzwans’. Het is oneerlijk. Maar die oudste zoon heeft zelf vergeten om te genieten van alles wat de vader hem wil geven. Hij was zo druk met zichzelf dat hij weigert om blij te zijn dat zijn broer weer levend thuis is gekomen.

Hoe anders kan het zijn als we leren om gericht te zijn op het welzijn van de ander. Hoe waardevol is het als we niet volledig in beslag worden genomen met zelfmedelijden en niet meer bang hoeven te zijn dat we oneerlijk behandeld worden.

Beschermen of liefhebben

In de brief aan de gemeente van Korinthe schrijft Paulus ‘daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijk bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd.’ Vervolgens roept Paulus ons op om ons te richten op de onzichtbare dingen die eeuwig zijn en niet op de zichtbare dingen die tijdelijk zijn. En Johannes schrijft ‘De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit’. Beide apostelen geven hiermee invulling aan de opdracht van Jezus zelf ‘Heb je naaste lief als jezelf’.

We kunnen ons leven lang druk zijn met beveiligen en beschermen, muren bouwen en grenzen trekken maar de angst, de onveiligheid zal altijd in ons hoofd blijven zitten. Liefhebben heeft een ander effect op de ander maar ook op jezelf. Angst voor wat er kan gebeuren wordt ingeruild voor gastvrijheid en welkom heten. Liefde verdrijft de angst en geeft verbinding.