Onlangs maakte Gouda 50+ bekend niet mee te doen aan de raadsverkiezingen in Gouda750. Hierover verscheen ook een artikel in het Kontakt Goudse Post. U kunt zich voorstellen dat zo’n bericht in andere partijen en dus ook bij ons in de ChristenUnie snel de ronde doet.
Wat er ook de redenen zijn van de partij om niet meer mee te doen aan de verkiezingen, feit is dat ze met de vier huidige zetels een grote politieke speler is in Gouda. Als partij met, zoals ze het in het krantenartikel zeggen, aandacht voor specifieke doelgroepen is zo’n zetelaantal een prestatie. Het betekent dat aandacht voor de ouderen en kwetsbaren in ons mooie Gouda belangrijk wordt gevonden.
Om dan nu als Gouda 50 + te constateren dat die aandacht door de andere partijen voldoende is overgenomen en de partij nu op te heffen is aan de ene kant een compliment voor de Goudse politiek en aan de andere kant ook een moedig besluit. Het vraagt politieke en persoonlijke moed om te constateren dat een missie is volbracht en de partij op te heffen, al valt er natuurlijk meer te zeggen over de redenen voor de opheffing.
Waarom zouden we hier als ChristenUnie een blog over willen schrijven? Ik had overigens eerst in gedachten om te zeggen “waarom zouden we hier commentaar bij willen leveren”. Dus niet om commentaar te geven maar om een belofte te doen:
Gouda 50+ meldt dat de andere politieke partijen in Gouda hun thema’s hebben overgenomen. Als ChristenUnie voelen wij de plicht om die aandacht en zorg voor ouderen en kwetsbaren levend te houden. Dat doen we nu al via portefeuille van onze eigen wethouder Corine Dijkstra. Ook al vraagt dit soms om moedige besluiten en het partij kiezen voor de zwakkeren.
Wat betekent het verdwijnen van Gouda 50+ uit de Goudse politiek voor ons als partij? Niets meer en niets minder dan dat wij als ChristenUnie een verkiezingsbelofte moeten doen: We zullen ook na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 aandacht hebben voor ouderen en zwakkeren in de samenleving. U kunt er straks ons verkiezingsprogramma op naslaan. Daarnaast vragen wij niet alleen aandacht voor ouderen maar geven wij hen ook daadwerkelijk een stem in de politiek, op nummer 5 van onze nieuwe kieslijst staat Gert van den Brink (63). Hij is nu al burgerraadslid voor de ChristenUnie en wij zetten erop in dat hij ons ook in de komende periode kan vertegenwoordigen als (burger) raadslid.
Op woensdag 30 juni 2021 is door de gemeenteraad het Verkeerscirculatieplan (VCP) ‘aantrekkelijk en toegankelijk Gouda’ vastgesteld. Er was veel te doen over dit verkeerscirculatieplan. Een eerder plan uit 2019 is uiteindelijk niet door de gemeenteraad behandeld, omdat geen participatie was uitgevoerd. Dat is bij de huidige versie wel gedaan, en hoe. Maar is dit voldoende voor draagvlak in de stad en waarom stemt de ChristenUnie dan toch in met het VCP. In deze blog meer hierover.
Uitgangspunten VCP
Dit VCP is een uitwerking van het Mobiliteitsplan Gouda 2017-2026. Gouda kiest in dit VCP voor duurzame en gezonde mobiliteit; een mobiliteitstransitie waarin mensen meer gaan kiezen voor wandelen, fietsen, deelmobiliteit en het openbaar vervoer (OV). Ook Zero Emission mobiliteit hoort hierbij. De coronacrisis kan fungeren als versneller van de duurzame mobiliteitstransitie, doordat mensen open staan voor nieuwe mobiliteitsalternatieven. Deze uitgangspunten omarmt de fractie van de ChristenUnie van harte, alhoewel dat wel uitdagend is voor een compacte stad als Gouda.
Tranches
De belangrijkste 10 wijzigingen heb ik al beschreven in een eerdere blog die je HIER kunt lezen. Ik beperk me nu tot het besluit wat nu genomen wordt door de gemeenteraad. Het VCP bestaat uit 4 tranches en loopt maar liefst tot 2042. Voordat een besluit wordt genomen over een volgende tranche, wordt eerst een evaluatie uitgevoerd. Belangrijk is dus dat het besluit over de tranches duidelijk is voor de toekomst. Dat is de reden dat de ChristenUnie een amendement heeft ingediend om te zorgen dat duidelijk is wat die evaluatie inhoud;
Het evalueren van de effecten aan het eind van de eerste tranche, alvorens te besluiten over de tweede tranche en deze aanpak ook van toepassing te verklaren op de volgende tranches. In de evaluatie ten minste te onderbouwen:
- Een duidelijke analyse van de door het verkeersmodel berekende prognoses en de uitgevoerde jaarlijkse monitoring van de feitelijke situatie t.a.v. de effecten en een verklaring te geven over eventueel opgetreden verschillen hierin.
- Het effect van de maatregelen uit de eerste tranche en in hoeverre dit al dan niet moet leiden tot aanpassing van de voorgestelde maatregelen in de tweede tranche en welke overwegingen hieraan ten grondslag liggen.
- Per maatregel inzicht te geven in het participatieproces, en hoe geprobeerd is tot draagvlak te komen.
Dit amendement is met 28 stemmen voor en 6 stemmen tegen aangenomen.
Eerste tranche
Naast de hoofdroute die we uitstippelen in deze tranches en een verdeling van projecten, is het dus ook van belang dat de maatregelen in de eerste tranche daadwerkelijk het gewenste effect bereiken. De maatregel zijn hoofdzakelijk gericht op het verbeteren van de hoofdinfrastructuur voor autoverkeer in combinatie met een paar knelpunten die opgelost worden en een aantal maatregelen die positief bijdragen aan de stad. De maatregelen zijn qua kosten geraamd op 12 miljoen voor de periode 2022-2027. De belangrijkste maatregelen op een rij:
- Hoofdroutes; Aanpak N207 Westergouwe, Goudse Houtsingel en capaciteitsuitbreiding kruispunten Spoorzone
- Herinrichting kruispunt Goudkade-Industriestraat
- Pilot Nieuwe Veerstal
- Herinrichting Fluwelen- en Blekerssingel
- Bodegraafsestraatweg visueel versmallen
- Parkeren; Uitwerken parkeerstrategie Binnenstad, Dynamisch parkeerverwijssysteem, Monitoring parkeersituatie binnenstad
- Herinrichting straten binnenstad
- Fietsen; Snelfietsroute Rotterdam-Gouda en fietsroute Haastrechtsebrug – Plaswijck
- aanleg van Verkeersveilige schoolzones
- Actualisatie nota zwaar vrachtverkeer
Al deze maatregelen hebben ons inziens voldoende draagvlak om te worden uitgevoerd en zijn sowieso goed voor Gouda. We hebben dan ook ingestemd met de maatregelen in de eerste tranche.
Tweede tranche en verder
Belangrijk is nog even de jaartallen te geven van de volgende tranches:
- Tranche 2; 2028-2032
- Tranche 3; 2033-2037
- Tranche 4; 2038-2042
De doorlooptijd is nog lang en voor een aantal maatregelen moet op het moment van de nieuwe tranche bezien worden of op basis van de evaluatie van een eerdere tranche de voorgestelde maatregel doorgang vinden. Ook moet op dat moment duidelijk zijn of voldoende draagvlak bestaat, zodat de gemeenteraad op dat moment een goede afweging kan maken. Ook kan het zijn doordat we een stap verder zijn in de uitvoering van het VCP dat in de loop van de tijd ook meer draagvlak komt voor bepaalde maatregelen.
Maatregelen VCP
Een paar maatregelen waar nu nog moeilijk de handen op elkaar te krijgen zijn:
- Herinrichten Kleiwegplein – essentieel voor verminderen verkeersdrukte op de singels en het zorgen voor een meer inprikmodel om de binnenstad in te komen, ook beter voor de bereikbaarheid per fiets. Nadeel is dat de bereikbaarheid van omliggende wijken minder wordt. Maatregel is voorzien in de 2e tranche.
- Herinrichting Bodegraafsestraatweg- bewoners klagen over de drukte van de weg op dit moment en pleiten voor een doorsteek Plaswijck richting rondweg Reeuwijk. Dit zorgt echter weer voor meer verkeer in deze wijk die nu juist ook veiliger moet worden om de fiets te stimuleren. De ChristenUnie is hier geen voorstander van. In de eerste tranche is wel een herinrichting van de Bodegraafsestraatweg voorzien, die hopelijk zorgt voor langzamer rijdend verkeer. Doorsteek Plaswijck voor verbetering en uitsluitend bedoeld voor openbaar vervoer is voorzien in de 4e tranche.
- Pilot autoluwe Veerstal – een grote wens van de ChristenUnie is de stad weer aan de rivier te brengen, een proef met een autoluwe Veerstal zien we dus wel zitten. Wel hopen we dat de randwegen het verkeer voldoende aan kan, maar dat zal vanzelf blijken uit de proef. De pilot is voorzien in de 1e tranche.
- Eenrichtingscarre Thorbeckelaan – Graaf Florisweg- veel weerstand bij omwonenden heeft deze maatregel, maar is wel nodig om minder doorgaand verkeer door de stad te krijgen. Ik vind m nu ook nog spannend, maar ben wel benieuwd of met wat aanpassingen dit model uiteindelijk toch kan werken. Je krijgt er wel veilige fietsroutes en betere oversteekbare wegen voor terug. De maatregel is pas voorzien in de 3e tranche, dus op zijn vroegst in 2033 en daarover wordt dus ook nog later een besluit genomen.
Tot slot
De ChristenUnie steunt de inzet van het VCP voor duurzame en gezonde mobiliteit en we gaan nu op weg. Elke vijf jaar neemt de gemeenteraad een vervolgbesluit met goede informatie (o.a. evaluatie met informatie over genomen maatregelen en inzicht in draagvlak). We gaan op weg en zullen zeker nog de nodige hobbels tegenkom. De koers is in ieder geval uitgezet waarbij we als ChristenUnie in het vervolgproces Oog voor Gouda zullen houden.
We hebben een bijzonder en ook ingewikkeld jaar achter ons door Corona. Ook de vergaderingen van de Gemeenteraad waren anders en alle maatregelen hadden, net als op iedereen, ook effect op ons werk als Raadsleden. Toch is er vergaderd en doorgewerkt door de Raad en hier willen we op terugkijken en 2020 analyseren. Sinds 2014 blikt de ChristenUnie fractie terug op basis van de feitelijke cijfers uit het RIS (RaadsInformatieSysteem) van Gouda. Hierbij worden het aantal moties, amendementen en art38 vragen objectief weergegeven en op basis van deze cijfers reflecteren we graag op het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.
Anders maar niet minder actief
Ook al was het jaar 2020 ingewikkeld qua vergaderen het lijkt geen effect te hebben gehad op de inzet van de Raadsleden. De stijgende lijn sinds 2014 van het aantal moties/amendementen en het aantal schriftelijke vragen is doorgezet in 2020. Nog even kort een samenvatting:
- Amendement: tekstwijziging in een besluit
- Motie: uitspraak of oproep van de raad waarmee het college aan het werk wordt gezet
- Schriftelijke vragen: naast technische vragen zijn dit de ‘politieke’ vragen, eerder genoemd als art38
Deze drie instrumenten gebruiken we om inzicht te geven in de activiteiten van de Gemeenteraad. Vanzelfsprekend geeft dit niet alle werkzaamheden weer van de Raad maar het geeft wel een boeiende indruk qua inzet en productiviteit.
Voor een overzicht van andere jaren verwijs ik graag naar onderstaande links:
2015: Hyperactief of productief
2016: Goudse raad in cijfertjes
2017: Goudse raad in cijfertjes
2018: Goudse raad in cijfertjes
2019: Goudse raad in cijfertjes
Als we inzoomen op 2020 kunnen we bekijken welke partijen verantwoordelijk zijn voor deze cijfers, waarbij de grote van de fractie ongetwijfeld een rol speelt in de beschikbare tijd en dus inzet. Ook je positie in de gemeenteraad kan effect hebben, maak je als partij wel of niet onderdeel uit van de coalitie?
Op basis van de ingediende moties, amendementen en vragen staat de ChristenUnie bovenaan gevolgd door D66 en daarna CDA. Het minst ingediend hebben GoudaPositief, Gouda’s 50+ en GBG. Het aantal zetels betekent echter niet automatisch dat je als partij minder actief bent. De SP en de PvdD zijn net zo actief met 1 zetel als de PvdA en VVD met 4 zetels. Uiteindelijk telt het resultaat in de politiek, dus niet alleen het indienen van bijv. een motie maar ook of die aangenomen wordt. Daarbij speelt het mede-indienen ook een rol bij je effectiviteit als politieke partij.
Als totale Gemeenteraad hebben we een percentage van 61% aangenomen moties en amendementen, daarmee zijn we effectiever dan in 2019 met 40%.
Duidelijk is dat inzet niet vanzelfsprekend resultaat geeft. Geen één partij heeft alle ingediende moties aangenomen gekregen. Van de VVD en G50+ zijn geen moties/amendementen aangenomen. De ChristenUnie heeft de meerderheid gekregen bij 20 van de 22 moties/amendementen en heeft daarmee, gevolgd door CDA en GrL, het meest resultaat.
Soms worden moties ook ingetrokken nav de bespreking in een raadsvergadering. In 2020 gebeurde dit 15 keer (12%), in 2019 was dit 18% en 2018 23% dus dat neemt af.
Productiviteit
Om de ‘Productiviteit’ van de afzonderlijke partijen in beeld te brengen heb ik een optelsom gemaakt van de inzet (ingediende moties etc.), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend).
Vanzelfsprekend zijn de percentages een keus en daarmee subjectief, ook wordt er geen waardering toegekend aan de inhoud van moties, amendementen en is daarmee niet meer dan een statistische weergave. Toch kan op basis van onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt worden hoe de productiviteit per partij en per jaar is geweest.
Elkaar steunen
In de politiek draait alles om steun en samenwerken, in je eentje krijg je weinig voor elkaar in een gemeenteraad. Daarom is het boeiend om te ontdekken hoe de onderlinge relaties zijn tussen de partijen. Waar wordt er gesteund, mede-ingediend en maakt het dan nog uit of je van de coalitie of oppositie bent? In onderstaande tabel wordt de relatie weergegeven met de partij op de verticale as. Hieruit wordt bijvoorbeeld duidelijk dat G50+ beperkte steun kreeg van de andere partijen, behalve van de SP en PvdD. In deze tabel zie je ook of de relatie wederzijds, bijv. PvdA steunt voor 20% D66 terwijl D66 -1% steun geeft aan PvdA, gebaseerd op het mede-indienen en voor/tegenstemmen.
Deze informatie kun je ook optellen voor alle coalitie of oppositie partijen waardoor duidelijk wordt welke partijen ‘steun geven’ aan coalitie (geel gearceerd) of de oppositie in 2020. Hieruit blijkt dat er brede steun is voor de coalitie partijen, behalve bij GoPo en VVD. Steun voor de oppositie komt vooral van SP en G50+.
Als we dit weergeven voor elk van de drie coalitieperiodes die we hebben gehad sinds 2014 kan de steun vergeleken worden per coalitie.
Hieruit blijkt dat de steun voor de oppositie het minst groot is in 2018-2022. Procentueel is de steun voor de coalitie in 18-22 gelijk gebleven aan 16-18 maar beduidend groter dan in 14-16.
Waarom
Soms wordt mij gevraagd waarom ik dit doe en of het wel terecht is dat ik als raadslid van de ChristenUnie deze cijfers weergeef. Ben ik niet vooringenomen en zijn de cijfers wel objectief is dan de kritiek. Ik snap zeker de vragen maar de cijfers zijn objectief en ik daag iedereen uit om zelf de cijfers te verzamelen en na te rekenen, het is tenslotte openbare data en reproduceerbaar.
Het ‘waarom’ van deze informatie komt voort uit mijn behoefte om Gouwenaren bewust te maken van hun geweldige recht om te stemmen. Laat die stem dan ook echt het verschil maken. Soms heb ik het vermoeden dat kiezers meer afgaan op mooie beloften of uitstraling van een persoon dan op de resultaten van de afgelopen jaren. Hopelijk geven deze cijfers het juiste inzicht zodat elke stem bewust en onderbouwd gegeven kan worden.
Elk jaar verschijnen eind december weer de lijstjes met jaaroverzichten, muziektoppers en personen. Ook Gouda doet hier aan mee met de ‘machtigste Gouwenaar’. Ook politiek wordt het afgelopen jaar vastgelegd en geanalyseerd. Sinds 2014 blikt de ChristenUnie fractie terug op basis van de feitelijke cijfers van het RIS (RaadsInformatieSysteem) van Gouda. Hierbij worden het aantal moties, amendementen en art38 vragen objectief weergegeven en op basis van deze cijfers reflecteren we graag op het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.
Een actief 2019
Het jaar 2019 is een jaar waarin de politieke partijen op stoom komen na een verkiezingsjaar. Opvallend is het patroon van 2014 en 2018 als verkiezingsjaren en 2016 met nieuwe collegevorming. Daarnaast wordt duidelijk dat er een trend is dat we als politiek steeds actiever worden, in 2019 zelfs 132 amendementen en moties. Een amendement is een tekstwijziging op een besluit van het college, een motie is een oproep van de gemeenteraad aan het college. Het derde instrument wat we meten zijn de Art38 vragen, dit zijn politieke vragen van een partij aan het college.
Voor een overzicht van andere jaren verwijs ik graag naar onderstaande links:
2015: Hyperactief of productief
2016: Goudse raad in cijfertjes
2017: Goudse raad in cijfertjes
2018: Goudse raad in cijfertjes
Het is natuurlijk ook boeiend om te kijken welke partijen verantwoordelijk zijn voor deze cijfers, waarbij de grote van de fractie ongetwijfeld een rol speelt in de beschikbare tijd en dus inzet. Ook je positie in de gemeenteraad is bepalend, het maakt uit of je coalitie bent of oppositie en dus geen afvaardiging in het college.
De VVD, SP en Partij voor de Dieren voeren de lijst aan en onderaan zien we D66 en GroenLinks als het gaat om wat er ingediend is. Maar uiteindelijk telt in de politiek het resultaat, dus niet alleen het indienen van bijv. een motie maar ook of die aangenomen wordt. Ook het mede-indienen speelt een rol bij je effectiviteit als politieke partij.
Uit deze tabel blijkt dat inzet niet altijd automatisch resultaat geeft. Van de 23 moties, amendementen van de VVD zijn er 6 aangenomen (26%) waarbij de 2 van GrL beiden zijn aangenomen (100%). Het geeft wel te denken dat van alle moties er maar 40% zijn aangenomen door de gemeenteraad. Opvallend detail is het aantal moties en amendementen die ingetrokken zijn, in 2019 waren dat er 24. In 2018 is 23% van de moties en amendementen ingetrokken terwijl in 2019 18% is ingetrokken. Toch is het een duidelijke trend welke zichtbaar wordt in onderstaande grafiek. Hieruit blijkt dat de VVD 10 moties en amendementen heeft ingetrokken, zo’n 43% van hun ingediende moties.
Productiviteit
Om de ‘Productiviteit’ van de afzonderlijke partijen in beeld te brengen heb ik een optelsom gemaakt van de inzet (ingediende moties etc.), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend).
Vanzelfsprekend zijn de percentages een keus en daarmee subjectief, ook wordt er geen waardering toegekend aan de inhoud van moties, amendementen en is daarmee niet meer dan een statistische weergave. Toch kan op basis van onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt worden hoe de productiviteit per partij en per jaar is geweest.
Elkaar steunen
In de politiek draait alles om steun en samenwerken, in je eentje krijg je weinig voor elkaar in een gemeenteraad. Daarom is het boeiend om te kijken hoe de onderlinge relaties tussen de partijen zijn. Waar wordt er gesteund, mede-ingediend en maakt het dan nog uit of je van de coalitie of oppositie bent? In onderstaande tabel wordt de relatie weergegeven met de partij op de verticale as. Bijvoorbeeld wordt hieruit duidelijk dat GoudaPositief van geen één andere partij steun krijgt. En dat Gouda’s 50+ van alle partijen steun krijgt.
Deze informatie kun je ook optellen voor alle coalitie of oppositie partijen waardoor duidelijk wordt welke partijen ‘steun geven’ aan coalitie (geel gearceerd) of oppositie in 2019?
Dit kun je ook weergeven voor elk van de drie coalitieperiodes die we hebben gehad sinds 2014. Hieruit blijkt dat de steun voor de coalitie in 18-22 groter is dan in de vorige coalities, uitgezonderd GoudaPositief. De steun voor de oppositie in deze periode is bij alle partijen minder dan in vorige perioden.
Analyse
Ook al zijn de cijfers objectief, een interpretatie is dat nooit. Daarom heb ik geprobeerd om alleen de feitelijke cijfers weer te geven en laat ik het graag aan anderen over om hieruit conclusies te trekken. Deze conclusies zie ik dan graag verschijnen via social media in de verwachting dat we hier van kunnen leren.
Op 3 februari heeft De Monitor van KRO-NCRV een programma over Pleegzorg uitgezonden. Hierin werden zorgen geuit over steeds zwaardere problemen bij kinderen in pleeggezinnen. Het gevolg hiervan is dat zo’n 45% van de plaatsingen van pleegkinderen worden afgebroken met een enorme impact voor de kinderen en de pleeggezinnen. De ChristenUnie fractie in Gouda wil graag weten of dit ook voor Gouda geldt en heeft daarom art38 vragen gesteld aan het college.
In huis plaatsing
Met de term ‘inhuisplaatsing’ wordt bedoeld dat kinderen die niet meer thuis kunnen wonen en uit huis worden geplaatst, zoveel als mogelijk in een gezinssituatie terecht moeten komen. Dit is ook een duidelijke focus in de Jeugdwet en als ChristenUnie in Gouda hebben we ons hier ook hard voor gemaakt. Met het amendement (tekstwijziging) ‘inhuisplaatsing’ hebben we op 5 november 2014 deze koers al uitgezet. Kinderen verdienen het om in een zo’n normaal mogelijke omgeving op te groeien, in een ‘normaal gezin in een normale wijk’. Dat is iets anders dan een instelling waar groepsopvoeders elkaar afwisselen en de kinderen samenwonen met leeftijdsgenoten, ook al weten we dat het voor sommige kinderen niet anders kan.
Gezinshuizen
Naast pleeggezinnen, die dit vrijwillig doen en alleen een vergoeding krijgen, bestaan er ook gezinshuizen. Hier worden kinderen geplaatst die niet passen in pleeggezinnen en meestal is één van de gezinshuisouders als professional in dienst van jeugdzorg. Het zijn ‘normale gezinnen in een normale wijk’ maar de ouders hebben wel de expertise om kinderen met een forse rugzak op te voeden, soms naast hun eigen kinderen. Als ChristenUnie geloven we in deze vorm van jeugdzorg en daarom hebben we in 2016 ook aan de bel getrokken toen organisatieveranderingen ten koste leken te gaan van kinderen in gezinshuizen.
Kosten
In het gesprek met de lector Residentiele Jeugdzorg, dhr Peer van den Helm, wordt gesuggereerd dat de keus voor pleegzorg meestal ingegeven is door kosten, terwijl het welzijn van de kinderen uitgangspunt moet zijn. De ChristenUnie heeft daarom gevraagd of dit ook geldt voor de situatie in Gouda door middel van art38 vragen. ‘Natuurlijk moeten we heel kritisch zijn op de kosten voor jeugdzorg, omdat we hier al een enorme uitdaging hebben, maar het mag nooit ten koste van de kinderen’ volgens Wout Schonewille. ‘En deze uitdaging is een verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Goede zorg voor kwetsbare kinderen raakt ons allemaal maar raakt ook onze toekomst als samenleving’.
Het wordt een soort traditie om in januari de cijfers van het stemgedrag van de gemeenteraad te presenteren. Als ChristenUnie fractie blikken we graag terug op het afgelopen jaar op basis van feitelijke cijfers. En die objectieve cijfers van het aantal moties, art38 vragen en amendementen delen we graag met anderen. Daarom, net als voorgaande jaren, een overzicht van het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.
2018
Als je terugblikt op het jaar 2018 ligt er een duidelijke knip per 21 maart, de verkiezingen. Hierdoor is 2018 anders dan voorgaande jaren. De jaren waarin er geen bijzonderheden waren (2015 en 2017) wijken duidelijk af van een verkiezingsjaar (2014 en 2018) en een tussentijdse coalitievorming (2016).
Ongeacht de positie, coalitie of oppositie, zijn de cijfers per partij hieronder weergegeven. Het gaat daarbij om het aantal ingediende moties of amendementen aangevuld met het aantal ingediende art38 vragen per partij over 2018.
Periode 2014 – 2018
De bestuursperiode van 2014 – 2018 kende twee verschillende coalities waardoor een aantal partijen ook een andere positie heeft gehad. De afgelopen jaren hebben we per jaar een verslag gedaan:
2015: Hyperactief of productief
2016: Goudse raad in cijfertjes
2017: Goudse raad in cijfertjes
Nu willen we echter kijken naar de hele periode, dus tussen 19-3-14 en 21-3-18. Dit doen we door de feitelijke cijfers weer te geven van wat ingediend is door partijen of mede-ingediend. Daarnaast is het resultaat ook belangrijk, zijn de moties en amendementen ook aangenomen?
Productiviteit
Iets van de productiviteit is al af te lezen uit bovenstaande tabel. Maar om een goede vergelijking te maken van de productiviteit tussen de politieke partijen moet je een optelsom maken van de inzet (ingediende moties etc), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen moties). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend). Uit onderstaande tabel zie je per partij hoe de productiviteit per jaar is geweest.
Relaties
Omdat er tussen 2014 en 2019 drie verschillende coalities zijn gevormd is het interessant om te zien in hoeverre dit effect heeft op de onderlinge relaties. Verschilt de onderlinge samenwerking tussen partijen als de positie veranderd naar oppositie of coalitie? Deze onderlinge relatie kun je inzichtelijk maken door het wel of niet mede-indienen en steunen van moties of amendementen van de andere partijen.
Eerst kijken we naar 2018 in onderstaande tabel waar de relatie van de verticale partij, als mede-indiener en steun-gever, ten opzichte van de horizontale partij in beeld is gebracht. Bijv. D66 krijgt van alle partijen steun behalve van de VVD. En GoPo krijgt alleen steun van de SP.
Op basis van de onderlinge relaties zoals hierboven kun je dat ook weergeven tussen oppositie of coalitie partijen. En dit kun je voor elk van de drie coalitieperiodes doen, waarbij de coalitiepartijen van die periode geel gearceerd zijn. Welke partij geeft er ‘steun aan’ de coalitie of oppositie?
Conclusies
Ook al zijn de cijfers objectief, een interpretatie is dat nooit. Daarom wil ik ook geen conclusies trekken aangezien die niet objectief kunnen zijn. Het interpreteren en hieruit conclusies trekken laat ik graag over aan anderen. Maar mogelijk is het boeiend om de verschillende conclusies via social media te delen.
Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.
Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?
Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.
Migratie
Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.
De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.
Multicultureel
Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.
Cijfers
Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:
Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.
Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?
Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.
Migratie
Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.
De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.
Multicultureel
Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.
Cijfers
Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:
Inzoomend op de Goudse situatie ontdekken we dat er een grote Marokkaanse gemeenschap is, zo’n 10% van de Gouwenaren naast 6% overig niet westerse migranten en 9% met een westerse achtergrond. Als je dit afzet tegen de wijken van Gouda zie je dat er vooral in Goverwelle (Oost) en Korte-Akkeren een grote Marokkaanse gemeenschap is.
Wonen: het is oneerlijk
De reactie op migratie, vluchtelingen of multiculturele groepen richt zich vaak op drie thema’s; wonen, inkomen en veiligheid.
Wat betreft wonen is de slaagkans voor starters uit Gouda op een sociale huurwoning maar 16%, voor doorstromers is dat 14%. Dat is een forse uitdaging voor iedereen die graag een eigen plekkie wil. Maar ook in Gouda krijgen statushouders een urgentie verklaring waardoor het gevoel van oneerlijkheid al snel kan ontstaan als je opnieuw achter het net vist voor een woning in je eigen stad Gouda.
Inkomen: tekort gedaan
Onlangs was er weer een tendentieuze kop te lezen ‘aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Tegelijk is dit wel een gevoel wat veel herkenning oproept. En gelet op de cijfers ligt er ook echt een vraagstuk aangezien 2,5 jaar na het verkrijgen van een verblijfsstatus nog steeds 84% een uitkering krijgt, ook al zit er een groot verschil tussen de verschillende groepen statushouders. Er is veel weerstand tegen statushouders die een uitkering krijgen, opvallend meer dan tegen andere uitkeringsgerechtigden. Vaak wordt dit gevoed door het idee dat mensen tekort worden gedaan, dat het veel geld kost en ten koste gaat van het eigen inkomen. De gevoel, gebaseerd op wantrouwen, is dat mensen niet krijgen waar ze recht op hebben, dat ze tekort gedaan worden.
Veiligheid: Wij moeten ons beschermen
Het derde thema wat vaak genoemd wordt bij statushouders en migranten is de veiligheid. En in de beeldvorming is vanaf 1990 de Islam hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Als het gaat over de aanwezigheid van migranten in misdaad cijfers is het niet onlogisch dat er een relatie gelegd wordt met statushouders en vooral Marokkaanse jongeren. Wel zien we een afname bij alle groepen qua geregistreerde verdachten van misdrijven tussen 2005 en 2015
Onze reactie
Op basis van de cijfers rondom wonen, inkomen en veiligheid zie je vaak een begrijpelijke en herkenbare reactie. Deze reacties zijn trouwens van alle tijden en worden vaak gevoed door menselijke emoties, angsten of behoeften. Laten we eens kijken naar drie Bijbelverhalen waarin vergelijkbare reacties zichtbaar zijn.
Eva: tekort gedaan
Gelijk aan het begin van de mensheid is het al raak. Eva voelt zich tekort gedaan, er ontstaat wantrouwen en het idee dat ze niet heeft gekregen waar ze recht op heeft. Het onvermogen om te leven in afhankelijkheid van God levert niet alleen verwijdering op van je Maker maar uiteindelijk ook van je eigen identiteit. Want ineens wordt je ‘waarde’ niet bepaald door je mens-zijn maar door wat je presteert, door je werk en uiteindelijk bepaalt je inkomen je geluk.
Kaïn: Het is oneerlijk
Het idee dat de ander wordt voorgetrokken, dat het oneerlijk is en dat de ander daar de schuld van is zien we al bij Kaïn en Abel. Beiden brengen een offer maar God heeft alleen aandacht voor het offer van Abel. En in plaats dat Kaïn bij zichzelf te rade gaat hoe het komt projecteert hij zijn jaloezie op Abel; ‘het is zijn schuld’. En niet veel later vloeit het bloed over de aarde en is de eerste moord een feit.
Babel: Wij moeten ons beschermen
In een wereld waarin onze identiteit ligt in prestaties, waar de ander ons in de weg staat en het leven niet meer heilig is slaat de angst toe. Waar ben ik veilig, hoe kan ik mijzelf beschermen? En zo ontstaat het plan om een stad te bouwen, zodat je veilig bent achter de muren, en een toren als machtsvertoon. Wat een dwaasheid om te proberen het egoïsme, de afgunst en de angst buiten de muur te houden. Alsof een toren, als teken van macht, bijdraagt aan saamhorigheid en onderlinge relaties.
Een ander perspectief
Of het nu 6000 jaar voor onze jaartelling is of 2000 jaar erna, de menselijke reacties zijn vergelijkbaar. En elke keer ontdekken we dat het ons niet dichter bij een oplossing brengt. Dat die menselijke reacties, hoe begrijpelijk ook, niet helpen. Wat dan wel? Is er een ander perspectief?
Allereerst wil ik expliciet benadrukken dat het de taak van overheden is om te zoeken naar oplossingen. Als Raadslid geef ik hier ook mijn beste krachten aan maar met deze bijdrage kies ik voor een ander perspectief. Ik geloof dat Jezus Koning is en dat zijn leefregels goed zijn, ook voor de concrete vragen van het dagelijks leven. Misschien maakt mij dat een idealist, een dromer. Misschien vinden sommigen mij een luchtfietser of naïef. Maar ik kan niet anders dan geloven in een betere wereld, een wereld waar andere patronen gelden, waar wij als mensen anders met elkaar omgaan.
Tekort gedaan of leven in afhankelijkheid
In Mattheüs 20: 1-16 vertelt Jezus een verhaal over een wijnbouwer die op zoek is naar werknemers. Hij gaat verschillende keren op pad en neemt arbeiders aan voor zijn wijngaard. Aan het eind van de dag betaald hij alle arbeiders uit en begint bij de laatsten. Deze hadden maar 1 uurtje gewerkt maar kregen toch een volledig dagloon. De andere arbeiders die het zagen verheugden zich al op wat zij wel niet zouden verdienen. Maar helaas, iedereen kreeg het afgesproken bedrag voor 1 dag werken. Je kunt je voorstellen dat een aantal arbeiders ontevreden waren en op hoge poten hun gram gingen halen. Maar de wijnbouwer zei: Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig. Dit hebben we afgesproken en dat geef ik je ook. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil?
Misschien denken wij als mensen wel veel te vaak dat we tekort worden gedaan, terwijl we gewoon krijgen wat ons toekomt. Als we nou eens wat meer in afhankelijkheid gingen leven. Dankbaar zijn voor al het goede wat wij ontvangen in plaats van kijken naar de ander of het wel ‘eerlijk’ is.
Het is oneerlijk of gericht op de ander
Een ander verhaal wat Jezus vertelt staat in Lukas 15: 11-32. Het gaat over een vader die twee zonen heeft. De jongste is het boerenleven zat en gaat op reis met de helft van de erfenis, terwijl zijn vader nog gewoon leefde. En als het geld op is vindt deze avonturier zichzelf terug tussen de varkens met een lege maag. Hij komt tot inkeer en gaat terug naar zijn vader. Deze is geweldig blij en organiseert een groot feest. De oudste zoon die gewoon hard aan het werk is geweest hoort de muziek en vraagt wat er aan de hand is. Wanneer hij hoort wat de reden is weigert hij het feest mee te vieren en beklaagd zich bij vader. ‘Ik ben altijd gehoorzaam geweest, heb hard gewerkt en ik kreeg niet eens een feestje. En nu organiseert u een mega-feest voor die lapzwans’. Het is oneerlijk. Maar die oudste zoon heeft zelf vergeten om te genieten van alles wat de vader hem wil geven. Hij was zo druk met zichzelf dat hij weigert om blij te zijn dat zijn broer weer levend thuis is gekomen.
Hoe anders kan het zijn als we leren om gericht te zijn op het welzijn van de ander. Hoe waardevol is het als we niet volledig in beslag worden genomen met zelfmedelijden en niet meer bang hoeven te zijn dat we oneerlijk behandeld worden.
Beschermen of liefhebben
In de brief aan de gemeente van Korinthe schrijft Paulus ‘daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijk bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd.’ Vervolgens roept Paulus ons op om ons te richten op de onzichtbare dingen die eeuwig zijn en niet op de zichtbare dingen die tijdelijk zijn. En Johannes schrijft ‘De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit’. Beide apostelen geven hiermee invulling aan de opdracht van Jezus zelf ‘Heb je naaste lief als jezelf’.
We kunnen ons leven lang druk zijn met beveiligen en beschermen, muren bouwen en grenzen trekken maar de angst, de onveiligheid zal altijd in ons hoofd blijven zitten. Liefhebben heeft een ander effect op de ander maar ook op jezelf. Angst voor wat er kan gebeuren wordt ingeruild voor gastvrijheid en welkom heten. Liefde verdrijft de angst en geeft verbinding.
Deze confronterende titel is niet compleet. In het AD-Gouda van 29 september 2018 stond ‘Aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Maar als je deze kop combineert met termen als ‘Gouda heeft een groot probleem’ en ‘oorzaak is …. aantal statushouders’ kan de conclusie zomaar worden: ‘aantal statushouders moet dalen’.
Maar wie geeft deze mensen een stem? Wie durft in het gure Nederlandse klimaat een ander geluid te laten klinken? Wie heeft het lef om nuance aan te brengen en weg te blijven van populistische uitspraken? Zou het niet beter zijn als de politiek een eerlijk verhaal gaat vertellen en dat de media niet alleen laat klinken wat mensen willen horen?
Daarom een poging om een meer compleet verhaal te vertellen en ook een stem te geven aan statushouders die nu als zondebok worden neergezet.
Inderdaad heeft gemeente Gouda een probleem, meer dan 1800 uitkeringsgerechtigden en een tekort in 2017 van 2,8 miljoen. Maar de vraag is of dit wordt veroorzaakt door de toename van het aantal statushouders?
De afgelopen jaren is het aantal uitkeringsgerechtigden in Gouda altijd hoger geweest dan gemiddeld in Nederland. De toename van mensen in de bijstand is ook een landelijke trend, daarin is Gouda niet uniek. Dit was trouwens al veel langer bekend en ook voorzien. De vraag is echter wat hier aan gedaan is? Terugkijkend op de afgelopen vier jaar is de conclusie dat het beleid hier onvoldoende effect heeft gehad. Ook al zijn er in april 2017 art38 vragen gesteld met een toezegging als gevolg. De toezegging was om te werken met Profielen waardoor er een betere match tussen statushouders komt. Dit is vervolgens uitgebreid naar alle bijstandsgerechtigden maar is, zover wij weten, nog steeds niet gerealiseerd.
En waarom lukt het eigenlijk niet om statushouders aan het werk te krijgen? Een aantal moedige ondernemers daar gelaten is de teneur toch dat mensen met een niet-westerse achtergrond nauwelijks uitgenodigd worden, zelfs niet voor stageplekken. Inderdaad speelt cultuur een rol en is het individualistische prestatie denken van Nederland (gelukkig) niet de arbeidsethos van nieuwkomers. Maar mensen aan de kant laten staan, omdat winstcijfers belangrijker zijn dan participatie, en vervolgens klagen over de kosten voor onze samenleving is hypocriet.
Misschien moeten we afspreken dat we niet meer over elkaar, maar met elkaar praten. Waarom staat in het AD geen artikel over de statushouder die keer op keer teleurgesteld wordt, gekort wordt op de uitkering omdat hij de brieven van de gemeente niet begrijpt en zich steeds meer een paria voelt in onze samenleving?
Waarom gaat u niet in gesprek met die mede-burger die een ander kleurtje heeft en graag een dagbesteding wil hebben?
Ik wens ons verrassende ontmoetingen!
Hoe hebben de verschillende Goudse partijen het in 2017 gedaan? Een belangrijke vraag, zeker met de verkiezingen in aantocht. Al die creatieve en sympathieke verkiezingsstunts zijn leuk maar dat zegt niets over de kwaliteit van raadsleden en politieke partijen. Daarom een poging om op basis van statistiek een meer objectief beeld te geven.
Fasen
Vanaf 2014 is er veel gebeurt in de Goudse politiek en hierbij kun je ook verschillende fasen onderscheiden. De boeiende vraag is of dit effect heeft gehad op het functioneren van raadsleden. Maakt het verschil of je in de coalitie of oppositie zit? Wie zijn de politieke vrienden? Wie is er actief en wil graag bijsturen of wie volgt vooral?
Inzet
Wat heel feitelijk en eenvoudig in beeld is te brengen zijn het aantal moties, amendementen en het aantal keer dat er artikel 38 vragen zijn gesteld door de verschillende partijen. Het resultaat hiervan over 2017 staat hieronder.
Samenwerking
In ons leven, en dus ook in de politiek, heb je altijd andere mensen nodig. Samenwerking is een voorwaarde voor resultaat. In de raad krijgt dat vorm doordat je een motie, amendement of art38 vraag mede-indient.
Productiviteit
Om een goed beeld te krijgen van de productiviteit van een politieke partij moet je dus een optelsom maken van de inzet, de samenwerking maar ook het resultaat. Want uiteindelijk draait het in de politiek ook om resultaten; is de motie of het amendement aangenomen? Om dit goed te berekenen tellen we de inzet (het aantal moties/amendementen/art38 ten opzichte van het totaal van de raad) bij de samenwerking (aantal mede-ingediend t.o.v. totaal voor 40%) bij het resultaat (aantal aangenomen t.o.v. aantal ingediend).
Totale periode
Het cijfer voor Productiviteit als objectief gegeven kun je ook gebruiken voor de afgelopen jaren. Terugkijkend op de jaren 2014 – 2017 kun je daarmee de totale productiviteit in de afgelopen bestuursperiode in beeld brengen.
Relaties
Om zicht te krijgen op de politieke verhoudingen, de onderlinge relaties tussen partijen kun je ook gebruik maken van data zoals mede-indiener, wel of geen steun geven aan moties en amendementen. Hieronder wordt de relatie van de horizontale partij, als mede-indiener en steun-gever, ten opzichte van de verticale partij in beeld gebracht.
Coalitie vs Oppositie
Wanneer je de onderlinge relaties weet tussen partijen kun je ook kijken naar de relatie ten opzichte van partijen in de coalitie of oppositie. Hoe vaak steunde een partij zijn coalitie of oppositie collega’s in 2017?