Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.

Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?
Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.

Migratie

Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.
De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.

Multicultureel

Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.

Cijfers

Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:

Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.

Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?

Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.

Migratie

Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.

De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.

Multicultureel

Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.

Cijfers

Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:

Inzoomend op de Goudse situatie ontdekken we dat er een grote Marokkaanse gemeenschap is, zo’n 10% van de Gouwenaren naast 6% overig niet westerse migranten en 9% met een westerse achtergrond. Als je dit afzet tegen de wijken van Gouda zie je dat er vooral in Goverwelle (Oost) en Korte-Akkeren een grote Marokkaanse gemeenschap is.

Wonen: het is oneerlijk

De reactie op migratie, vluchtelingen of multiculturele groepen richt zich  vaak op drie thema’s; wonen, inkomen en veiligheid.

Wat betreft wonen is de slaagkans voor starters uit Gouda op een sociale huurwoning maar 16%, voor doorstromers is dat 14%. Dat is een forse uitdaging voor iedereen die graag een eigen plekkie wil. Maar ook in Gouda krijgen statushouders een urgentie verklaring waardoor het gevoel van oneerlijkheid al snel kan ontstaan als je opnieuw achter het net vist voor een woning in je eigen stad Gouda.

Inkomen: tekort gedaan

Onlangs was er weer een tendentieuze kop te lezen ‘aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Tegelijk is dit wel een gevoel wat veel herkenning oproept. En gelet op de cijfers ligt er ook echt een vraagstuk aangezien 2,5 jaar na het verkrijgen van een verblijfsstatus nog steeds 84% een uitkering krijgt, ook al zit er een groot verschil tussen de verschillende groepen statushouders. Er is veel weerstand tegen statushouders die een uitkering krijgen, opvallend meer dan tegen andere uitkeringsgerechtigden. Vaak wordt dit gevoed door het idee dat mensen tekort worden gedaan, dat het veel geld kost en ten koste gaat van het eigen inkomen. De gevoel, gebaseerd op wantrouwen, is dat mensen niet krijgen waar ze recht op hebben, dat ze tekort gedaan worden.

Veiligheid: Wij moeten ons beschermen

Het derde thema wat vaak genoemd wordt bij statushouders en migranten is de veiligheid. En in de beeldvorming is vanaf 1990 de Islam hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Als het gaat over de aanwezigheid van migranten in misdaad cijfers is het niet onlogisch dat er een relatie gelegd wordt met statushouders en vooral Marokkaanse jongeren. Wel zien we een afname bij alle groepen qua geregistreerde verdachten van misdrijven tussen 2005 en 2015

 

Onze reactie

Op basis van de cijfers rondom wonen, inkomen en veiligheid zie je vaak een begrijpelijke en herkenbare reactie. Deze reacties zijn trouwens van alle tijden en worden vaak gevoed door menselijke emoties, angsten of behoeften. Laten we eens kijken naar drie Bijbelverhalen waarin vergelijkbare reacties zichtbaar zijn.

Eva: tekort gedaan

Gelijk aan het begin van de mensheid is het al raak. Eva voelt zich tekort gedaan, er ontstaat wantrouwen en het idee dat ze niet heeft gekregen waar ze recht op heeft. Het onvermogen om te leven in afhankelijkheid van God levert niet alleen verwijdering op van je Maker maar uiteindelijk ook van je eigen identiteit. Want ineens wordt je ‘waarde’ niet bepaald door je mens-zijn maar door wat je presteert, door je werk en uiteindelijk bepaalt je inkomen je geluk.

Kaïn: Het is oneerlijk

Het idee dat de ander wordt voorgetrokken, dat het oneerlijk is en dat de ander daar de schuld van is zien we al bij Kaïn en Abel. Beiden brengen een offer maar God heeft alleen aandacht voor het offer van Abel. En in plaats dat Kaïn bij zichzelf te rade gaat hoe het komt projecteert hij zijn jaloezie op Abel; ‘het is zijn schuld’. En niet veel later vloeit het bloed over de aarde en is de eerste moord een feit.

Babel: Wij moeten ons beschermen

In een wereld waarin onze identiteit ligt in prestaties, waar de ander ons in de weg staat en het leven niet meer heilig is slaat de angst toe. Waar ben ik veilig, hoe kan ik mijzelf beschermen? En zo ontstaat het plan om een stad te bouwen, zodat je veilig bent achter de muren, en een toren als machtsvertoon. Wat een dwaasheid om te proberen het egoïsme, de afgunst en de angst buiten de muur te houden. Alsof een toren, als teken van macht, bijdraagt aan saamhorigheid en onderlinge relaties.

 

Een ander perspectief

Of het nu 6000 jaar voor onze jaartelling is of 2000 jaar erna, de menselijke reacties zijn vergelijkbaar. En elke keer ontdekken we dat het ons niet dichter bij een oplossing brengt. Dat die menselijke reacties, hoe begrijpelijk ook, niet helpen. Wat dan wel? Is er een ander perspectief?

Allereerst wil ik expliciet benadrukken dat het de taak van overheden is om te zoeken naar oplossingen. Als Raadslid geef ik hier ook mijn beste krachten aan maar met deze bijdrage kies ik voor een ander perspectief. Ik geloof dat Jezus Koning is en dat zijn leefregels goed zijn, ook voor de concrete vragen van het dagelijks leven. Misschien maakt mij dat een idealist, een dromer. Misschien vinden sommigen mij een luchtfietser of naïef. Maar ik kan niet anders dan geloven in een betere wereld, een wereld waar andere patronen gelden, waar wij als mensen anders met elkaar omgaan.

Tekort gedaan of leven in afhankelijkheid

In Mattheüs 20: 1-16 vertelt Jezus een verhaal over een wijnbouwer die op zoek is naar werknemers. Hij gaat verschillende keren op pad en neemt arbeiders aan voor zijn wijngaard. Aan het eind van de dag betaald hij alle arbeiders uit en begint bij de laatsten. Deze hadden maar 1 uurtje gewerkt maar kregen toch een volledig dagloon. De andere arbeiders die het zagen verheugden zich al op wat zij wel niet zouden verdienen. Maar helaas, iedereen kreeg het afgesproken bedrag voor 1 dag werken. Je kunt je voorstellen dat een aantal arbeiders ontevreden waren en op hoge poten hun gram gingen halen. Maar de wijnbouwer zei: Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig. Dit hebben we afgesproken en dat geef ik je ook. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil?

Misschien denken wij als mensen wel veel te vaak dat we tekort worden gedaan, terwijl we gewoon krijgen wat ons toekomt. Als we nou eens wat meer in afhankelijkheid gingen leven. Dankbaar zijn voor al het goede wat wij ontvangen in plaats van kijken naar de ander of het wel ‘eerlijk’ is.

Het is oneerlijk of gericht op de ander

Een ander verhaal wat Jezus vertelt staat in Lukas 15: 11-32. Het gaat over een vader die twee zonen heeft. De jongste is het boerenleven zat en gaat op reis met de helft van de erfenis, terwijl zijn vader nog gewoon leefde. En als het geld op is vindt deze avonturier zichzelf terug tussen de varkens met een lege maag. Hij komt tot inkeer en gaat terug naar zijn vader. Deze is geweldig blij en organiseert een groot feest. De oudste zoon die gewoon hard aan het werk is geweest hoort de muziek en vraagt wat er aan de hand is. Wanneer hij hoort wat de reden is weigert hij het feest mee te vieren en beklaagd zich bij vader. ‘Ik ben altijd gehoorzaam geweest, heb hard gewerkt en ik kreeg niet eens een feestje. En nu organiseert u een mega-feest voor die lapzwans’. Het is oneerlijk. Maar die oudste zoon heeft zelf vergeten om te genieten van alles wat de vader hem wil geven. Hij was zo druk met zichzelf dat hij weigert om blij te zijn dat zijn broer weer levend thuis is gekomen.

Hoe anders kan het zijn als we leren om gericht te zijn op het welzijn van de ander. Hoe waardevol is het als we niet volledig in beslag worden genomen met zelfmedelijden en niet meer bang hoeven te zijn dat we oneerlijk behandeld worden.

Beschermen of liefhebben

In de brief aan de gemeente van Korinthe schrijft Paulus ‘daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijk bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd.’ Vervolgens roept Paulus ons op om ons te richten op de onzichtbare dingen die eeuwig zijn en niet op de zichtbare dingen die tijdelijk zijn. En Johannes schrijft ‘De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit’. Beide apostelen geven hiermee invulling aan de opdracht van Jezus zelf ‘Heb je naaste lief als jezelf’.

We kunnen ons leven lang druk zijn met beveiligen en beschermen, muren bouwen en grenzen trekken maar de angst, de onveiligheid zal altijd in ons hoofd blijven zitten. Liefhebben heeft een ander effect op de ander maar ook op jezelf. Angst voor wat er kan gebeuren wordt ingeruild voor gastvrijheid en welkom heten. Liefde verdrijft de angst en geeft verbinding.

Deze confronterende titel is niet compleet. In het AD-Gouda van 29 september 2018 stond ‘Aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Maar als je deze kop combineert met termen als ‘Gouda heeft een groot probleem’ en ‘oorzaak is …. aantal statushouders’ kan de conclusie zomaar worden: ‘aantal statushouders moet dalen’.

Maar wie geeft deze mensen een stem? Wie durft in het gure Nederlandse klimaat een ander geluid te laten klinken? Wie heeft het lef om nuance aan te brengen en weg te blijven van populistische uitspraken? Zou het niet beter zijn als de politiek een eerlijk verhaal gaat vertellen en dat de media niet alleen laat klinken wat mensen willen horen?

Daarom een poging om een meer compleet verhaal te vertellen en ook een stem te geven aan statushouders die nu als zondebok worden neergezet.

Inderdaad heeft gemeente Gouda een probleem, meer dan 1800 uitkeringsgerechtigden en een tekort in 2017 van 2,8 miljoen. Maar de vraag is of dit wordt veroorzaakt door de toename van het aantal statushouders?

De afgelopen jaren is het aantal uitkeringsgerechtigden in Gouda altijd hoger geweest dan gemiddeld in Nederland. De toename van mensen in de bijstand is ook een landelijke trend, daarin is Gouda niet uniek. Dit was trouwens al veel langer bekend en ook voorzien. De vraag is echter wat hier aan gedaan is? Terugkijkend op de afgelopen vier jaar is de conclusie dat het beleid hier onvoldoende effect heeft gehad. Ook al zijn er in april 2017 art38 vragen gesteld met een toezegging als gevolg. De toezegging was om te werken met Profielen waardoor er een betere match tussen statushouders komt. Dit is vervolgens uitgebreid naar alle bijstandsgerechtigden maar is, zover wij weten, nog steeds niet gerealiseerd.

En waarom lukt het eigenlijk niet om statushouders aan het werk te krijgen? Een aantal moedige ondernemers daar gelaten is de teneur toch dat mensen met een niet-westerse achtergrond nauwelijks uitgenodigd worden, zelfs niet voor stageplekken. Inderdaad speelt cultuur een rol en is het individualistische prestatie denken van Nederland (gelukkig) niet de arbeidsethos van nieuwkomers. Maar mensen aan de kant laten staan, omdat winstcijfers belangrijker zijn dan participatie, en vervolgens klagen over de kosten voor onze samenleving is hypocriet.

Misschien moeten we afspreken dat we niet meer over elkaar, maar met elkaar praten. Waarom staat in het AD geen artikel over de statushouder die keer op keer teleurgesteld wordt, gekort wordt op de uitkering omdat hij de brieven van de gemeente niet begrijpt en zich steeds meer een paria voelt in onze samenleving?
Waarom gaat u niet in gesprek met die mede-burger die een ander kleurtje heeft en graag een dagbesteding wil hebben?

Ik wens ons verrassende ontmoetingen!

 

Hoe hebben de verschillende Goudse partijen het in 2017 gedaan? Een belangrijke vraag, zeker met de verkiezingen in aantocht. Al die creatieve en sympathieke verkiezingsstunts zijn leuk maar dat zegt niets over de kwaliteit van raadsleden en politieke partijen. Daarom een poging om op basis van statistiek een meer objectief beeld te geven.

Fasen

Vanaf 2014 is er veel gebeurt in de Goudse politiek en hierbij kun je ook verschillende fasen onderscheiden. De boeiende vraag is of dit effect heeft gehad op het functioneren van raadsleden. Maakt het verschil of je in de coalitie of oppositie zit? Wie zijn de politieke vrienden? Wie is er actief en wil graag bijsturen of wie volgt vooral?

Inzet

Wat heel feitelijk en eenvoudig in beeld is te brengen zijn het aantal moties, amendementen en het aantal keer dat er artikel 38 vragen zijn gesteld door de verschillende partijen. Het resultaat hiervan over 2017 staat hieronder.

Samenwerking

In ons leven, en dus ook in de politiek, heb je altijd andere mensen nodig. Samenwerking is een voorwaarde voor resultaat. In de raad krijgt dat vorm doordat je een motie, amendement of art38 vraag mede-indient.

Productiviteit

Om een goed beeld te krijgen van de productiviteit van een politieke partij moet je dus een optelsom maken van de inzet, de samenwerking maar ook het resultaat. Want uiteindelijk draait het in de politiek ook om resultaten; is de motie of het amendement aangenomen? Om dit goed te berekenen tellen we de inzet (het aantal moties/amendementen/art38 ten opzichte van het totaal van de raad) bij de samenwerking (aantal mede-ingediend t.o.v. totaal voor 40%) bij het resultaat (aantal aangenomen t.o.v. aantal ingediend).

 

Totale periode

Het cijfer voor Productiviteit als objectief gegeven kun je ook gebruiken voor de afgelopen jaren. Terugkijkend op de jaren 2014 – 2017 kun je daarmee de totale productiviteit in de afgelopen bestuursperiode in beeld brengen.

Relaties

Om zicht te krijgen op de politieke verhoudingen, de onderlinge relaties tussen partijen kun je ook gebruik maken van data zoals mede-indiener, wel of geen steun geven aan moties en amendementen. Hieronder wordt de relatie van de horizontale partij, als mede-indiener en steun-gever, ten opzichte van de verticale partij in beeld gebracht.

Coalitie vs Oppositie

Wanneer je de onderlinge relaties weet tussen partijen kun je ook kijken naar de relatie ten opzichte van partijen in de coalitie of oppositie. Hoe vaak steunde een partij zijn coalitie of oppositie collega’s in 2017?

‘Het is zo fijn om iets terug te kunnen doen.’ Dit was de reactie van een vrijwilliger bij de Voedselbank toen ik daar te gast was. Deze vrouw was 40 jaar geleden, met haar gezin, naar Nederland gekomen en in Gouda gaan wonen. ‘Het was heel moeilijk, met één koffer, geen familie en vrienden en je kent de taal niet. Maar ik ben zo dankbaar voor alles wat ik heb gekregen en daarom wil ik anderen ook helpen. Het is zo fijn om iets terug te kunnen doen.’

Op de Nationale Vrijwilligersdag wil ChristenUnie Gouda een knipoog uitdelen aan de kanjers van Gouda. Daarom ben ik naar de Voedselbank gegaan om daar op donderdagochtend zo’n 25 vrijwilligers te ontmoeten. Elke week weer worden hier voor zo’n 300 gezinnen voedselpakketten samengesteld.

Bijzonder om te zien hoe enthousiast deze groep vrijwilligers samen de schouders eronder zetten. Hiermee hebben zij echt oog voor de mensen die van zeer weinig geld moeten rondkomen. Wat mij opviel is dat de groep vrijwilligers zeer gevarieerd is, mooi dat Gouwenaren met verschillende achtergronden elkaar hier ontmoeten.

Namens de ChristenUnie fractie mocht ik een ‘Goudse Kanjer’ uitreiken aan Corrie Schouten als vertegenwoordiger voor alle vrijwilligers en het bestuur van de Voedselbank.

 

Afgelopen donderdag was een mooi moment voor Goudse jongeren die een zwervend bestaan leiden. Toen werd de Goudse Jongeren Opvang geopend door Corine Dijkstra. Dit initiatief biedt opvang en begeleiding aan jongeren die geen vaste woon of verblijfplaats meer hebben. In het ‘Kompas’ de opvanglocatie van het Leger des Heils in Gouda werken ze samen met Kwintes en Eleos aan het welzijn van deze jongeren. 

Dat er behoefte was aan een opvanglocatie voor jongeren die niet meer thuis wonen en op straat zwerven bleek al in 2015 bij een werkbezoek aan het Kompas. Vervolgens hebben vanuit de ChristenUnie fractie Thera de Haan en Wout Schonewille hier aandacht voor gevraagd en ‘ronde tafel gesprekken’ georganiseerd (Jongeren onder Dak) met betrokken organisaties.

Door deze organisaties is er hard gewerkt om de Goudse Jongeren Opvang te realiseren en we willen hen graag feliciteren en complimenteren met het resultaat. Tijdens de opening werd terecht opgemerkt dat de noodzaak geen reden is tot feest. Tegelijk is het mooi dat dit probleem niet langer genegeerd wordt en er nu een oplossing wordt geboden.

We wensen alle begeleiders en de jongeren veel succes toe en hopen dat door opvang en begeleiding zij hun leven weer op de rails krijgen. Bijzonder was de omdraaiing van wethouder Dijkstra in haar toespraak: ‘Gouda heeft jongeren nodig, ook de jongeren waarbij het niet vanzelf gaat in hun leven.’ Daarmee was de toon gezet, deze jongeren zijn geen last voor Gouda maar zijn voorbeelden van overleven ondanks problemen die je overkomen. En daar kunnen we als Gouda van leren.

Hoe gaat het eigenlijk in de Goudse gemeenteraad? Die vraag wordt mij regelmatig gesteld en waarschijnlijk andere raadsleden ook. Het is alleen niet zo eenvoudig om hier een goed antwoord op te geven. Een beschrijving van de sfeer, successen of teleurstellingen zijn altijd persoonlijk en dus gekleurd. Daarom deze poging om met feitelijke cijfers een inkijkje die meer objectief is.

Meetinstrumenten

Als raadsleden heb je verschillende instrumenten om het beleid te beïnvloeden. Veel van deze mogelijkheden zijn echter niet meetbaar waarom we ons in dit overzicht beperken tot moties, amendementen en art38 vragen.  In de onderstaande tabel staan het aantal moties en amendementen die ingediend zijn per partij maar ook of ze aangenomen zijn. Ook het mede-indienen van moties en amendementen is weergegeven. Daarnaast staan de percentages per partij ten opzichte van het totaal ingediend en het totaal aangenomen.

Met Art38 vragen kunnen partijen politieke vragen stellen aan het college. Deze aantallen staan in onderstaande tabel inclusief mede-ingediend en het percentage ten opzichte van het totaal.

Uit deze beiden tabellen kunnen we concluderen dat de meest actieve fracties in 2016 waren: SP en ChristenUnie. Wanneer je kijkt naar de effectiviteit staat de ChristenUnie op nummer 1 met 39% van alle aangenomen moties.

2014 tot 2016

Wanneer we deze cijfers over meerdere jaren bekijken zijn er een aantal patronen te ontdekken. Hiervoor is het percentage van de aangenomen moties, amendementen het meest geschikt om een objectief beeld van inzet en effectiviteit te geven.

Niet alleen in 2016 maar ook in 2015 was de ChristenUnie de meest effectieve partij door het aantal aangenomen moties en amendementen.

Onderlinge relaties

Op basis van het wel of niet steunen en het voor of tegenstemmen bij moties en amendementen ontstaat er ook een beeld van de onderlinge relaties tussen de partijen. Hiervoor gebruiken we de cijfers van de coalitie van 2014 t/m juni 2016 om te voorkomen dat de positie verschuiving van partijen het beeld kan vertekenen.

In deze grafiek wordt zichtbaar wanneer moties, amendementen van een partij (horizontaal) door andere partijen (verticaal) mede-ingediend, gesteund of niet-gesteund worden.
Opvallend is dat de toenmalige coalitiepartijen elkaar niet altijd steunden, de VVD heeft het minst vaak steun verleend aan moties, amendementen van coalitiepartijen. De PvdD heeft het vaakst steun gegeven in 2016 aan coalitiepartijen.
Over alle partijen heeft de SP het minst vaak steun ontvangen van andere partijen en D66 heeft het minst vaak steun verleend aan moties, amendementen van andere partijen.
Moties en amendementen van de ChristenUnie zijn het vaakst gesteund door de SGP en de SP en het minst vaak door D66, VVD en GoPo.
De ChristenUnie is na de SP en de PvdD de partij die moties en amendementen van andere partijen het vaakst heeft gesteund.

Effectief en constructief

Op basis van de feitelijke cijfers durf ik deze begrippen wel te gebruiken om onze inzet als ChristenUnie fractie in 2016 te typeren. Van alle partijen zijn de moties en amendementen van de ChristenUnie het meest vaak aangenomen, dat lijkt me effectief.
Hierbij is er geen duidelijk verschil in het steunen van coalitie of oppositie partijen door de ChristenUnie maar wordt er op inhoud steun verleend; constructief.
We zien uit naar 2017 en de statistiek die dat oplevert voor een volgende terugblik.

Gelukkig mag ik weer een plusje achter mijn naam zetten want wij doen mee met 100-100-100, het project om 100 dagen afvalvrij te leven als gezin. Het voelt goed om jezelf te profileren als ‘duurzaam’ mens en te laten zien hoe milieubewust je wel niet bent. Maar in alle eerlijkheid word ik ook moe van die competitie.

Hoe groen ben jij? Scheid jij het afval wel goed? Denk jij wel voldoende aan de toekomst van je kinderen? Je voelt de afkeurende blikken van de ‘groene elite’ die jou de maat neemt. De experts die je overrompelen met kennis over plastic soup, fair trade kleding en duurzaam eten en je als onwetende onbenul het zwijgen opleggen.

Natuurlijk weet ik hoe belangrijk het is om bewust te leven. Vanzelfsprekend wil ik de schepping bewaren voor het nageslacht. En ik heb geen twijfel over de noodzaak om afval te scheiden. Maar om deze idealen concreet te maken in mijn dagelijkse leven, dat vind ik niet zo makkelijk. En ik vermoed dat ik niet de enige ben. Als ik in mijn omgeving vraag wie onze aarde heel bewust wil beschadigen zie ik geen handen in de lucht gaan. Maar ik hoor ook niet heel veel enthousiasme bij het plan om 100 dagen afvalvrij te gaan leven. Blijkbaar zit er een groot gat tussen ideaal en werkelijkheid. De vraag is alleen hoe dat gat gedicht kan worden, hoe dromers doeners worden?

Als gezin zijn wij gestart met 100-100-100, we hebben onze eerste voorzichtige stapjes gezet en we kijken maar niet teveel naar de ‘groene elite’. Onze eigen droom, het eigen ideaal, de overtuiging die van binnen zit moet ons stimuleren en aansporen. We laten de competitie van ‘groen, groener, groenst’ graag over aan anderen en stappen rustig door met het oog gericht op het ideaal van een mooie wereld.

In december heeft de ChristenUnie vragen gesteld aan het college over de Hulp bij het Huishouden, de Thuiszorg. Er waren verontrustende signalen vanuit zorginstellingen over de aanbesteding hiervan. De televisie uitzending van ‘De Monitor’ op 28 februari jl. laat opnieuw zien dat er veel misstanden zijn. De ChristenUnie vraagt zich af of het college deze problemen wel voldoende serieus neemt.

Thuiszorg

De thuiszorg, hulp en zorg bij mensen thuis, heeft het zwaar. Door de decentralisatie van de zorg naar de gemeenten is er minder budget beschikbaar voor deze vorm van hulpverlening. Het gevolg is dat gemeenten gaan bezuinigen op de Hulp bij het Huishouden door het afdwingen van een lagere kostprijs. Soms wordt hiervoor een soort veilingsysteem gebruikt die teveel uitgaat van de laagste prijs. Hierdoor komen zorginstellingen in de problemen en worden de cao afspraken met hun medewerkers niet nagekomen. Volgens de brancheorganisaties verwacht 80% van de thuiszorgorganisaties binnen 2 jaar failliet te gaan.

Code

Als de problemen zo groot zijn kan de vraag gesteld worden wanneer we wakker worden en actie ondernemen? Gelukkig slaapt niet iedereen want de Transitiecommissie Sociaal Domein heeft deze problemen al eerder onderkend en een code ontwikkelt samen met zorgaanbieders en gemeenten. De ‘code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning’ roept zorginstellingen op om de cao afspraken te respecteren en de problemen niet af te wentelen op hun werknemers. De gemeenten worden opgeroepen om een eerlijke prijs te hanteren en het aanbestedingsproces transparant en in dialoog te laten plaatsvinden. Het probleem is alleen dat de code een beroep doet op de verantwoordelijkheid van zorginstellingen en gemeenten. Het is dus niet opgelegd als verplichting alhoewel de staatssecretaris verschillende keren gevraagd is om deze vrijblijvendheid te doorbreken.

Niet in Gouda

Het college in Gouda heeft de code niet ondertekend, blijkt uit het verslag van 3 november, omdat ze bang is dat de rekenvoorbeelden uit de code een ‘eigen leven’ gaan leiden. Het is uiterst teleurstellend dat de misstanden in de thuiszorg onvoldoende erkent worden en een landelijke code, uit angst voor budgetoverschrijding, niet wordt ondertekend door dit college. Hierdoor wordt een onwenselijke marktwerking in stand gehouden die uiteindelijk ten koste gaat van zorgvragers. Daarnaast is er veel onzekerheid over zorg continuïteit en de kwaliteit lijkt te moeten sneuvelen voor een lagere kostprijs. Maar het gaat ook ten koste van hulpverleners omdat ze niet hun volledige uren uitbetaald krijgen of door faillissementen ontslagen worden.

Het moet anders

De ChristenUnie is daarom met collega’s in de gemeenteraad bezig om deze misstanden te laten oplossen door o.a. de wethouder te wijzen op haar verantwoordelijkheid. Het huidige ‘veilingsysteem’ blijft mistig, ondanks de vele woorden die gebruikt zijn om het uit te leggen. Het teveel nadruk leggen op de prijs, ten koste van de kwaliteit en continuïteit, lijkt financieel slim maar is uiteindelijk ‘duurkoop’. Door onvoldoende zorg, zowel qua tijd als kwaliteit, verslechtert de situatie van de zorgvrager wat extra kosten met zich meebrengt. Het faillissement van zorginstellingen en de ontslagen is niet alleen desastreus voor de betrokken mensen maar legt ook een forse claim op het budget van UWV en de bijstand. Daarom wil de ChristenUnie, samen met andere partijen, dat het veilingsysteem anders wordt ingericht en dat de code wordt ingevoerd.

Het jaar 2016 begon goed met de titel ‘hyperactieve ChristenUnie’ aldus een sympathieke column in het AD. Dit kwam mooi op tijd aangezien we als fractie terugkeken op het jaar 2015 en onze inzet daarin. Het leek ons goed om u mee te nemen in onze bevindingen op basis van wat cijfers.

Statistiek

‘Meten is weten’ was de aanleiding voor ons om de inzet in de gemeenteraad van Gouda eens feitelijk te evalueren. Ook al zeggen cijfers veel, iedereen weet dat interpretatie net zo belangrijk is als de cijfers zelf. In deze bijdrage beperken we ons tot de cijfers en laten de interpretatie over aan u als lezer.

We hebben alle moties en amendementen uit 2015 op een rijtje gezet, inclusief de gegevens over indiener, mede-indiener, voorstemmer en tegenstemmer. Dit geeft een boeiend beeld van de inzet over het afgelopen jaar door de verschillende politieke partijen.

Hierbij spande de ChristenUnie de kroon met 26 moties en amendementen, gevolgd door SP (22), CDA (12) en PvdA (11). Aan de andere kant van het spectrum zitten Gouda 50+ (0) en GBG (1) en VVD (1).

Enigszins te verwachten is de beperkte steun van de coalitiepartijen voor moties en amendementen waarbij de VVD het vaakst tegen heeft gestemd (65).

Art38

Een ander instrument voor politieke partijen is het stellen van Artikel 38 vragen aan het college. Hiermee kan inhoudelijke (soms politieke) informatie opgevraagd worden waar het college binnen 30 dagen antwoord op moet geven.

Hieruit blijkt eenzelfde beeld als bij de moties en amendementen. ChristenUnie (13) heeft de meeste vragen gesteld gevolgd door de SP (12). GBG en VVD hebben allebei 1 keer Art38 vragen ingediend.

Niet alleen de cijfers van de vragen maar ook die van de antwoorden zijn boeiend. De meeste vragen (24) zijn beantwoord door wethouder Niezen gevolgd door wethouder Werger (21). Wethouder de Laat heeft maar één keer hoeven te antwoorden. De beantwoording van de Art38 vragen was in 38% niet binnen de gestelde 30 dagen met een topper van 140 dagen.

Aangenomen

Nu zeggen deze cijfers nog niets over de resultaten van politieke partijen. Mogelijk zijn wij als ChristenUnie wel heel druk geweest met onze moties en amendementen maar heeft het onvoldoende opgeleverd. Daarom hebben we ook gekeken naar de aangenomen moties. Om een vergelijking te maken hebben we het resultaat gemeten die voor 60% bestaat uit aangenomen ingediende moties en voor 40% uit aangenomen mede-ingediende moties. Het gemiddelde resultaat van de raad is 58%. Als ChristenUnie scoren we bovengemiddeld met 62% en GoudaPositief scoort 100% doordat hun twee ingediende moties ook zijn aangenomen. De grote vraag is natuurlijk of een motie alleen resultaat oplevert als die wordt aangenomen, vaak dient een motie of amendement ook als een duidelijk signaal aan het college, ongeacht of die wordt aangenomen.

Relaties

Een andere vraag die beantwoord kan worden door deze cijfers is het stemgedrag ten opzichte van andere partijen. De burger mag ervan uit gaan dat de inhoud van moties en amendementen bepalend is maar toch spelen ook partij politieke relaties een rol. Deze relatie kan inzichtelijk gemaakt worden door het mede-indienen van een motie (30%), het steunen van een motie (20%) of het tegenstemmen (50%) bij een motie van een andere partij. Dit geeft de volgende relatie ten opzichte van de coalitie of oppositie weer.

Hieruit blijkt dat de coalitie partijen weinig steun geven aan de oppositie. Opvallend genoeg steunen de afzonderlijke coalitiepartijen (D66, PvdA, GoPo, VVD), uitgezonderd GrL, elkaar ook niet. De ChristenUnie is constructief ten opzichte van de coalitiepartijen door het steunen van moties van afzonderlijke coalitiepartijen wanneer dit past bij het gewenste beleid.

ChristenUnie

Zoals beloofd willen we de interpretatie van de cijfers aan de lezer overlaten maar als ChristenUnie hebben we hier wel lessen uitgetrokken. En het zal u niet verbazen dat we positief-kritisch waren over onze inzet. Als fractie hebben we een forse inzet getoond waarmee we niet alleen veel resultaten hebben geboekt maar ook een aantal thema’s op de agenda hebben kunnen zetten. Daarnaast blijkt dat we ons ook constructief hebben opgesteld naar de coalitie en oppositie en hebben we steun gegeven als dat inhoudelijk past.

En nu?

Het is natuurlijk mogelijk om als Gouwenaar, net als mij, de data uit het RIS in een Excel sheet verwerken. Maar het lijkt ons veel mooier als er een onafhankelijk initiatief ontstaat om de lokale democratie transparant en inzichtelijk te maken. Al eerder heeft Bram Talman hier aandacht voor gevraagd en heeft de ChristenUnie met D66 en anderen hiervoor een motie opgesteld. Daarom een oproep vanuit onze fractie om het stemgedrag van de gemeenteraad in beeld te brengen en te komen tot een democratie-tool.

Gouda – Nadat per 1 januari 2015 de gemeente Gouda verantwoordelijk is geworden voor de zorg kunnen we de balans opmaken over de eerste maanden. Helaas is er nog geen sprake van echte ‘vernieuwing’ in de zorg. Dat blijkt ook uit het gebrek aan contracten met kleine en innovatieve zorgverleners. ChristenUnie zal daarom een motie indienen om dit voor 2016 te realiseren.

Inkoop

Om zorg te verlenen moet de zorgaanbieder een contract hebben met de gemeente Gouda. Voor 2016 wordt er nu gewerkt aan het verlenen van deze contracten. Helaas is er voor 2015 verzuimd om de kleine aanbieders zoals zorgboeren en vaktherapeuten een zelfstandig contract te geven. Deze kleine aanbieders zijn veelal innovatief en goedkoper door minder overhead en een directe relatie met de cliënt. De ChristenUnie is van mening dat dit voor 2016 opgelost moet worden.

Motie

Omdat op dit moment de inkoop voor 2016 geregeld wordt en dit niet besproken wordt in de gemeenteraad dient de ChristenUnie een ‘motie vreemd aan de orde van de dag’ in. Dat is een motie waarbij het thema niet op de agenda van de raadsvergadering staat. Wout Schonewille: ‘het is onhandig dat dit voor 2015 niet geregeld is, terwijl het wel in de beleidsnota stond. Dit moet voor 2016 opgelost worden en daarom zetten wij het nu op de agenda’. Met deze motie wil de ChristenUnie, samen met SGP, SP, Partij voor de Dieren en CDA dat er zelfstandige contracten komen met kleine aanbieders en vrijgevestigde vaktherapeuten of hun samenwerkingsverbanden. Volgens Schonewille is dit noodzakelijk om de keuzevrijheid van cliënten te waarborgen en de vernieuwing in de zorg vorm te geven.

Vernieuwing

Dat deze vernieuwing nodig is in het sociaal domein wordt wel beaamd door iedereen maar volgens de ChristenUnie wordt hier nog te weinig op gestuurd door het college. In de reactie op de Kadernota 2016 – 2019 hekelt de ChristenUnie de grote nadruk op budget en begroting wat ten koste kan gaan van de zorg aan mensen. Juist het ‘omdenken’ en anders organiseren van de zorg kan een verbetering en een kostenbesparing opleveren. ‘Vernieuwing vraagt om lef, verder kijken dan de bekende relaties en durven loslaten. Het ‘omdenken’ is niet alleen nodig in de samenleving en bij zorginstellingen maar juist in het Huis van de Stad’ volgens Wout Schonewille. De ChristenUnie zal na de zomervakantie komen met een plan om de transformatie van de zorg een impuls te geven.