Het wordt een soort traditie om in januari de cijfers van het stemgedrag van de gemeenteraad te presenteren. Als ChristenUnie fractie blikken we graag terug op het afgelopen jaar op basis van feitelijke cijfers. En die objectieve cijfers van het aantal moties, art38 vragen en amendementen delen we graag met anderen. Daarom, net als voorgaande jaren, een overzicht van het stemgedrag van de Goudse gemeenteraad.

2018

Als je terugblikt op het jaar 2018 ligt er een duidelijke knip per 21 maart, de verkiezingen. Hierdoor is 2018 anders dan voorgaande jaren. De jaren waarin er geen bijzonderheden waren (2015 en 2017) wijken duidelijk af van een verkiezingsjaar (2014 en 2018) en een tussentijdse coalitievorming (2016).

Ongeacht de positie, coalitie of oppositie, zijn de cijfers per partij hieronder weergegeven. Het gaat daarbij om het aantal ingediende moties of amendementen aangevuld met het aantal ingediende art38 vragen per partij over 2018.

Periode 2014 – 2018

De bestuursperiode van 2014 – 2018 kende twee verschillende coalities waardoor een aantal partijen ook een andere positie heeft gehad. De afgelopen jaren hebben we per jaar een verslag gedaan:

2015: Hyperactief of productief

2016: Goudse raad in cijfertjes

2017: Goudse raad in cijfertjes

Nu willen we echter kijken naar de hele periode, dus tussen 19-3-14 en 21-3-18. Dit doen we door de feitelijke cijfers weer te geven van wat ingediend is door partijen of mede-ingediend. Daarnaast is het resultaat ook belangrijk, zijn de moties en amendementen ook aangenomen?

Productiviteit

Iets van de productiviteit is al af te lezen uit bovenstaande tabel. Maar om een goede vergelijking te maken van de productiviteit tussen de politieke partijen moet je een optelsom maken van de inzet (ingediende moties etc), de samenwerking (mede-ingediend) maar ook het resultaat (aangenomen moties). Hiervoor gebruiken we de volgende berekening: Inzet (ingediend tov totaal van moties/amendementen en art38) + samenwerking voor 40% (mede-ingediend tov totaal) + resultaat (aangenomen tov ingediend). Uit onderstaande tabel zie je per partij hoe de productiviteit per jaar is geweest.

Relaties

Omdat er tussen 2014 en 2019 drie verschillende coalities zijn gevormd is het interessant om te zien in hoeverre dit effect heeft op de onderlinge relaties. Verschilt de onderlinge samenwerking tussen partijen als de positie veranderd naar oppositie of coalitie? Deze onderlinge relatie kun je inzichtelijk maken door het wel of niet mede-indienen en steunen van moties of amendementen van de andere partijen.

Eerst kijken we naar 2018 in onderstaande tabel waar de relatie van de verticale partij, als mede-indiener en steun-gever, ten opzichte van de horizontale partij in beeld is gebracht. Bijv. D66 krijgt van alle partijen steun behalve van de VVD. En GoPo krijgt alleen steun van de SP.

Op basis van de onderlinge relaties zoals hierboven kun je dat ook weergeven tussen oppositie of coalitie partijen. En dit kun je voor elk van de drie coalitieperiodes doen, waarbij de coalitiepartijen van die periode geel gearceerd zijn. Welke partij geeft er ‘steun aan’ de coalitie of oppositie?

Conclusies

Ook al zijn de cijfers objectief, een interpretatie is dat nooit. Daarom wil ik ook geen conclusies trekken aangezien die niet objectief kunnen zijn. Het interpreteren en hieruit conclusies trekken laat ik graag over aan anderen. Maar mogelijk is het boeiend om de verschillende conclusies via social media te delen.