Het thema ‘schuldhulpverlening’ is regelmatig door de ChristenUnie op de politieke agenda van Gouda gezet. De afgelopen jaren heeft Anke Huisman verschillende keren aandacht gevraagd voor de lange wachttijd voordat een hulpverleningstraject wordt gestart. Vanuit dezelfde visie heeft op 29 april Wout Schonewille, ondersteund door Jasper Janssen (steunfractielid), art 38 vragen gesteld aan het college van B&W in Gouda.

Onoplosbare schulden

De aanleiding van onze vragen was het onderzoek van de Hogeschool Utrecht en de vragen die de ChristenUnie samen met de PvdA in de Tweede Kamer heeft gesteld. Met name het ‘categoriaal uitsluiten van doelgroepen’ stond hierbij centraal, waarbij staatssecretaris Klijnsma aangaf dat dit niet is toegestaan.

Veel afwijzingen

Uit de beantwoording van de vragen valt op dat er een groot aantal aanvragen voor schuldhulpverlening zijn afgewezen in 2014:

–          Aantal aanvragen: 675 (100%)

–          Alleen informatie verstrekt: -157 (23%)

–          Afgewezen voor ondersteuning: -255 (38%)

–          Aangemeld bij schuldhulpverlener: 262 (39%)

Afhankelijk van hoe je rekent is dus 38% of zelfs 49% afgewezen. De redenen voor deze afwijzing varieert van ‘onvoldoende gegevens’ tot ‘ingetrokken’ of ‘ondersteuning niet mogelijk’. Vanzelfsprekend kunnen we de gemeente Gouda of de schuldhulpverlener niet verantwoordelijk houden voor het gebrek aan motivatie of complexe situaties van deze personen. Tegelijk is het wel de taak van de gemeente om de schuldhulpverlening zo effectief mogelijk in te richten en dit grote aantal afwijzingen roept op z’n minst vragen op.

Wachten op hulp

Wanneer de hulpvraag dan in behandeling wordt genomen ben je er nog niet. Uit de beantwoording van onze vragen blijkt dat in het vierde kwartaal de wachttijd is opgelopen tot 6 weken. Dat betekent dus dat iemand die in de schulden zit nog 1,5 maand moet wachten, en dus de schuld oploopt, voordat er hulp geboden wordt. Met het programma ‘De Deurwaarders’ van RTL op het netvlies kan iedereen zich wat een ellende dat geeft. Daarom is het ook onbegrijpelijk dat Westerbeek als schuldhulpverlener blijkbaar nog steeds de wachttijden niet onder controle heeft.

Preventie

Natuurlijk ligt de eerste verantwoordelijkheid bij de mensen zelf, ook al is het niet altijd hun eigen schuld. Maar als lokale overheid heb je hier wel een taak. Niet alleen voor desbetreffende inwoner van Gouda maar ook voor de samenleving. Het NIBUD heeft uitgerekend dat een huishouden met ernstige schulden ons 100.000 euro kost. Volgens de ChristenUnie is het nodig om meer aandacht te geven aan preventie en te kiezen voor een integrale aanpak van schuldhulpverlening.

De Raadsvergadering van 27 mei 2015 stond in het teken van gemeenschappelijke regelingen en adviesorganen voor het sociaal domein. Een lange en voor sommigen taaie avond met verrassende stemuitslagen.

GASD EN CAR (Wout Schonewille)

Door de decentralisaties is het sociaal domein veranderd en moest er ook een nieuwe structuur komen voor de adviesorganen. De huidige WMO-raad en de CliëntenAdviesRaad WWB kunnen geen advies uitbrengen over bijv. de Jeugdwet of de hele Participatiewet. Daarom heeft het College van B&W voorgesteld om deze beiden uit te breiden tot de Goudse Adviesraad Sociaal Domein en de CAR die dekkend is voor zowel WMO, Jeugdwet en Participatiewet. Als ChristenUnie waren we hier niet enthousiast over omdat het sociaal domein zo veranderd is dat je niet oude structuren moet opwaarderen maar een nieuw adviesorgaan met nieuwe mensen noodzakelijk is.

Tijdens het debat op 20 mei 2015 hebben we dan ook voorgesteld om de volgende speerpunten leidend te laten zijn:

  • Integraal advies. Geen organisatorische knip leggen tussen het beleid (GASD) en de uitvoering (CAR), dat is een papieren werkelijkheid.
  • Deskundig advies. Een goed advies vereist inhoudelijke expertise en ervaring.
  • Breed advies. Het advies moet gaan over WMO, Jeugdwet en Participatiewet.
  • Gedragen advies. Het adviesorgaan moet representatief zijn zodat er een breed gedragen advies gegeven kan worden.

Tijdens het debat werd al duidelijk dat onze voorkeur, per direct 1 adviesorgaan, geen meerderheid zou krijgen. Daarom hebben we samen met de PvdA en de VVD voorgesteld om 1 voorzitter voor zowel GASD als CAR aan te stellen die de opdracht krijgt om toe te werken naar 1 adviesorgaan. Dit amendement is aangenomen net als de amendementen, mede namens de ChristenUnie, om het netwerk van organisaties te betrekken (CDA) en te komen tot een goede evaluatie (SP). Spijtig genoeg was de toezegging van de wethouder aan de ChristenUnie om het opleidingscriterium aan te passen in de profielschets voor de kandidaten vergeten.

Uiteindelijk hebben wij als ChristenUnie toch tegen de verordening moeten stemmen omdat:

  • Wij het principieel oneens zijn met het in stand houden van de bestaande structuur van 2 adviesorganen terwijl het sociaal domein zo veranderd is.
  • Het college van B&W, wat ons betreft, te weinig de inbreng vanuit de gemeenteraad serieus neemt en vasthoudt aan de ingeslagen weg zonder goede argumentatie
  • Er te weinig garanties zijn in de verordening dat we op korte termijn een goed functionerend en breed gedragen adviesorgaan in Gouda hebben.

Indicatoren Sociaal domein (Wout Schonewille)

Voor het goed kunnen toetsen als gemeenteraad of onze beleidsdoelstellingen gehaald worden is een monitor Sociaal domein nodig. De vraag is dan vervolgens; wat wordt er gemeten en op welke manier?

Als ChristenUnie hebben wij tijdens de voorbesprekingen diverse suggesties gedaan die gedeeltelijk zijn gehonoreerd maar misten we toch nog een aantal wezenlijke indicatoren.

De indicator ‘Kwaliteit van leven’ van ouderen en mensen met een beperking is toegevoegd door een amendement van GoudaPositief en ChristenUnie. Hierdoor kunnen we controleren of er een afname is van zelfredzaamheid, vereenzaming, schuldtoename etc.

Daarnaast is ook ons amendement ‘Maatschappelijke inzet’ met een meerderheid aangenomen. Hierdoor krijgen we niet alleen informatie van zorginstellingen die een contract hebben met gemeente Gouda maar ook van andere organisaties, stichtingen en kerken/moskeeën die bijdragen aan het sociaal domein. De betekenis van St. Present, Burennetwerk Gouda, ’t Swanenburghshofje en diaconieën voor onze samenleving komt hiermee ook in beeld. Dit is ook noodzakelijk om de ‘kanteling’ van zorg in beeld te brengen. De participatiesamenleving gaat uit van verschuiving van zorgaanbod van de overheid naar de samenleving. Of deze verschuiving ook daadwerkelijk plaatsvindt kunnen we nu meten door deze indicator.